Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
de rechtbank begrijpt “zij”) op of omstreeks 10 februari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad één of meer bolletjes cocaïne en/of heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Motivering van de straf
6.Beslag
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan 5
6 (zesenvijftig) dagen.
40 (veertig) dagen, van deze gevangenisstraf
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.