In verband met de credit card-affaire is [gedaagde] medio 2016 op verzoek van de raad van commissarissen van DSB toegetreden tot de directie van die bank. Hij heeft die functie acht maanden vervuld. Uit hoofde van van die functie heeft hij kennis genomen van een door BDO Assurance N.V. (“BDO”) op 11 september 2015 uitgebracht rapport. BDO had in opdracht van DSB onderzoek verricht naar de credit card transacties van onder meer [naam 2] waarop de berichtgeving over fraude was gebaseerd. In het rapport staat voor zover hier van belang het volgende:
“3. Toedracht
Op 23 mei 2014 heeft de heer [naam 2] zijn primary credit card via Internetbanking geblokkeerd. Aan zijn credit card account (…) hangt nog de additionele credit card van zijn vrouw, waardoor er nog credit card transacties kunnen worden gedaan via de credit card account (met status “normal”). Naast credit card transacties kunnen er ook nog Internet Banking transacties worden gedaan van zijn credit card rekening naar zijn giro rekening (…) in Signature en van zijn girorekening naar zijn credit card account (aanzuivering/credit card payments. (…)
De klant heeft gezien de totale cash advance van USD 4.485.205 flink gebruik gemaakt van zijn rekening voor het doen van betalingen, inclusief de aanzuivering ad USD 434.513 (terugboeking van zin giro) in de periode 16 oktober 2014 tot en met 26 januari 2015. Hij heeft dus netto onttrokken USD 4.050.692.
Omdat deze bedragen via Internet Banking worden overgeboekt naar zijn giro rekening is de transactie (account based) mogelijk, maar omdat er aan de credit card account een geblokkeerde (primary) kaart hangt wordt de verwerking van de overmaking door het systeem ICCS verworpen (rejected) en teruggeboekt waardoor het beschikbare saldo op de credit card account (na de end of the day verwerking) hetzelfde blijft.
Doordat beide systemen in dit opzicht niet real-time (via een automatische interface) aan elkaar zijn gekoppeld is de terugboeking eenzijdig en blijft het overgeboekte saldo op de giro rekening staan. De credit card transfers komen op de rejected maintenance list (in ICCS) terecht en moeten vandaar handmatig afgehandeld worden om naar de credit card account te worden geboekt. Indien door de klant een nieuwe primary kaart zou zijn aangevraagd zou de status van de credit card zijn aangepast en zouden de transfers automatisch op de credit card account worden geboekt, c.q. de klant voor de cash advances worden belast.
(…) Het saldo op de rekening heeft evenwel, anders dan in beginsel het mogelijk maken van transacties tot de beschikbare limiet, als primair uitgangspunt niet ten doel de financiering van de transacties (….). In de praktijk is echter de mogelijkheid ontstaan, bijvoorbeeld als de klant op reis gaat, een saldo boven de limiet aan te houden om met het aantal transacties niet te zijn gebonden aan de limiet. (…) Een hoog saldo op de credit card account moet desondanks als ongebruikelijk worden aangemerkt. In het verlengde hiervan staat dat (hoge) betalingen (purchases) boven de limiet en hoge overmakingen van de credit card account naar de giro (of via de ATM), temeer daar (hoge) kasopnamen niet tot het domein van de credit card behoren, ook ongebruikelijk zijn.
De niet door het systeem ICCS automatisch geboekte transacties, er kunnen diverse redenen zijn, worden geplaatst op de rejected maintenance list, die ter verwerking daarvan dagelijks moet worden gecontroleerd. De voornaamste reden dat de cash advances niet tijdig zijn ontdekt komt doordat de credit card transfers op de rejected maintenance list niet werden gezien of zover ze werden gezien niet onderzocht. (…)
Op 21 november 2014 heeft naar aanleiding van verkregen informatie van een ICT officer de Senior FMO de DM S&P en section head E-banking verwittigd van het hoge saldo ad USD 320.000 op de credit card account. In de kennisgeving werd overwogen dat het niet om aanzuivering gaat maar om overboekingen leidende tot een “gigantische” overschrijving van zijn limiet groot USD 5.000, terwijl de klant “het credit cardnummer” had geblokkeerd.
Nadat de klant (als enige maatregel) op 6 januari 2015 is aangesproken over het hoge saldo op de credit card rekening heeft hij op 7 januari 2015 met de additionele credit card betalingen van USD 359.640 en USD 39.960 gedaan aan een merchant, welk bedragen zijn onttrokken aan het saldo op zijn credit card account.
Er was geen andere weg, omdat een overboeking naar zijn giro niet tot het gewenste resultaat zou leiden en de ware toedracht mogelijk aan het licht zou brengen.
Temeer daar later (op 29 januari 2015) de transactie wordt teruggeboekt door de merchant kan voorzichtig de conclusie worden getrokken dat de klant de bank heeft willen misleiden doordat hij geen juiste verklaring heeft gegeven voor de reden van het hoge saldo en door het uitvoeren van een (credit card) transactie ten gunste van een merchant die mogelijk erop gericht was de ware toedracht te verhullen, namelijk het voeden van zijn girorekening uiteen (blijkbaar) onuitputtelijke bron.
Nadat op 29 januari 2015 de bedragen ad USD 359.640 en USD 39.960 door de merchant zijn teruggeboekt en misschien nu het de klant na het gesprek van 6 januari 2015 ook duidelijk is geworden dat de bank niet op de hoogte is van de wijze van gebruik van de credit card account lijkt hij bewust de grootste overboekingen naar zijn girorekening te plegen en wel op 30 januari en 3 februari 2015 elk van 429.000. Aanvankelijk voor het gesprek zou door de klant nog wel kunnen worden aangenomen dat de bank de overmakingen zag en zou zien en het “overbankieren” toeliet. Nu zou de conclusie worden getrokken dat de klant willens en wetens gebruik maakt van een ogenschijnlijk defect en zich dus schuldig maakt aan een onrechtmatige daad. Hoor en wederhoor is niet meer mogelijk omdat de klant is overleden. (…)”