ECLI:NL:RBAMS:2018:7807

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2018
Publicatiedatum
1 november 2018
Zaaknummer
13/706205-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van het medeplegen van het aanwezig hebben van 1089 hennepplanten

Op 29 oktober 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het aanwezig hebben van 1089 hennepplanten. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer en vond zijn oorsprong in een onderzoek dat op 15 oktober 2018 plaatsvond. De officier van justitie, mr. A. Kerkhoff, heeft tijdens de zitting aangegeven dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. Dit standpunt was gebaseerd op de rol van de verdachte in de hennepplantage en het feit dat hij vanaf het begin eerlijk was over zijn betrokkenheid. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en geoordeeld dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A.A.G. de Vries als voorzitter, samen met mrs. A.R.P.J. Davids en N. Saanen, en werd op de openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/706205-13
Datum uitspraak: 29 oktober 2018
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Kerkhoff.
De zaak tegen verdachte is gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (13/701705-13), [medeverdachte 2] (13/706690-14) en [medeverdachte 3] (13/706206-13).

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij in de periode van 1 december 2012 tot en met 5 april 2013 in Amsterdam met een ander of anderen opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt, in elk geval aanwezig heeft gehad, 1089 hennepplanten, in een pand gelegen aan [adres 2].
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage die achter dit vonnis is gevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Zij merkt daarbij op dat zij een wijziging tenlastelegging had willen vorderen, maar nu verdachte niet is verschenen, zij het aanhouden van de zaak niet opportuun vindt, gelet op de forse overschrijding van de redelijke termijn, de (geringe) rol van verdachte in de hennepplantage en het feit dat verdachte vanaf het begin eerlijk is geweest over zijn rol.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat het ten laste gelegde niet is bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.A.A.G. de Vries, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en N. Saanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Spaan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 oktober 2018.
[...]