Het oordeel van de rechtbank over het subsidiair tenlastegelegde
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt. Om tot een bewezenverklaring te komen van medeplichtigheid aan het opzettelijk plegen van een misdrijf, is vereist dat niet alleen bewezen wordt dat de opzet van verdachte gericht was op het bevorderen dan wel vergemakkelijken van dat misdrijf in de zin van artikel 48 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), maar ook dat zijn opzet – al dan niet in voorwaardelijke vorm – gericht was op het door die derde gepleegde misdrijf, in deze zaak hennepteelt. In dit verband wordt ook wel gesproken van ‘dubbel opzet’.
Het knippen van henneptoppen
Verdachte heeft verklaard dat hij niet in het pand [adres 2] is geweest, waar de hennepkwekerij is aangetroffen, en geen henneptoppen heeft geknipt. Deze verklaring acht de rechtbank niet geloofwaardig. Verdachte is, samen met [medeverdachte 2] , aangehouden terwijl hij de trap afkwam. Hij was bezweet en verbalisanten roken de indringende geur van hennep. Verbalisant [verbalisant 2] heeft, bij het openen van de deur van perceelnummer [nummer] , een grote stapel geruimde planten zien liggen, die even tevoren waren afgesneden. Getuige [getuige] , die boven perceelnummer [nummer] woont, heeft verklaard dat hij omstreeks 04.30 uur wakker werd, naar het toilet ging en een bestelbus met de opdruk ‘ [autoverhuurbedrijf] ’ zag, die voor de ingang van het gebouw geparkeerd stond. Kort hierop zag hij een witte Caddy komen aanrijden. De rechtbank gaat ervan uit dat [getuige] doelt op de auto waarmee verdachte naar het appartementencomplex is gekomen, een witte Opel Combo. Volgens verdachte is [medeverdachte 1] namelijk met de bestelbus met de opdruk ‘ [autoverhuurbedrijf] ’ gekomen. Verbalisanten zijn omstreeks 05.00 uur gearriveerd bij het appartementencomplex.
Alles tezamen en in onderlinge samenhang bezien, gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte zo’n twintig minuten eerder begonnen was met het knippen van de henneptoppen en dat om die reden de verbalisanten een indringende wietlucht om hem heen roken.
Het lenen/huren van de voertuigen
Verdachte heeft verklaard dat hij de witte Opel Combo, waarmee hij naar het appartementencomplex is gekomen, geleend heeft van [persoon 2] uit [plaats]. Dit blijkt [persoon 2] (hierna: [persoon 2] ) te zijn. [persoon 2] heeft verklaard dat hij zijn auto heeft uitgeleend aan verdachte, omdat hij, verdachte, de auto nodig had om iemand te helpen verhuizen of om spullen weg te brengen. [persoon 2] heeft zijn spullen uit de auto gehaald voordat hij deze meegaf aan verdachte. Hij heeft verklaard niet te weten van wie de tuingrond en de stroomschakelaar waren. Verdachte had hem ook nog gevraagd een bus te huren bij [autoverhuurbedrijf] Autoverhuur, omdat [persoon 2] via een pasje van zijn werk korting kon krijgen bij autohuur. [persoon 2] heeft voor verdachte het [autoverhuurbedrijf] -busje gehuurd.
Toen verbalisanten bij het appartementencomplex aankwamen, is de deur van de bestelbus met de opdruk ‘ [autoverhuurbedrijf] ’ geopend. Verbalisant [verbalisant 1] rook de haar ambtshalve bekende geur van hennep. De laadruimte was leeg, maar ook deze rook naar hennep. Na de aanhouding van verdachte is de witte Opel Combo, waarin verdachte reed, onderzocht. In de laadruimte hiervan werden onder meer een ton, een zak tuingrond in een vuilniszak en een stroomschakelaar aangetroffen.
Verdachte heeft mitsdien samen met [medeverdachte 1] een organiserende rol gehad, door in de hennepplantage henneptoppen te knippen teneinde te oogsten alsmede door twee busjes te lenen voor het vervoer van de geoogste planten van de hennepplantage.
Conclusie
De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte door het huren/lenen van de [autoverhuurbedrijf] -bestelbus en de Opel Combo en door het knippen en oogsten van henneptoppen, zowel opzet heeft gehad op zijn medeplichtigheid als opzet op het gronddelict, te weten hennepteelt. Verdachte wist niet alleen van de hennepplantage maar werkte mee aan het vervoer en het oogsten. Verdachte is dus medeplichtig geweest aan het, samen met [medeverdachte 1] en diens vermeende opdrachtgever, aanwezig hebben van 1089 hennepplanten.