In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een bouwbedrijf, aangeduid als [eiseres], en de leverancier van een schuifdeur, Advies en Uitvoering B.V. (A&U). De eiseres vorderde betaling van een openstaande factuur van € 3.351,70, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, omdat A&U de factuur niet had betaald. De eiseres had in opdracht van A&U kozijnen en een schuifdeur geleverd en geplaatst, maar de maten van de schuifdeur bleken niet te kloppen, wat leidde tot annulering van de plaatsing op de afgesproken dag. De eiseres stelde dat de opdrachtgever verantwoordelijk was voor het aanleveren en goedkeuren van de maatvoering, zoals vermeld in de offerte.
Tijdens de comparitie op 24 september 2018 zijn beide partijen gehoord. De eiseres stelde dat A&U verantwoordelijk was voor de maatvoering van de schuifdeur, terwijl A&U betoogde dat de eiseres haar verplichtingen niet was nagekomen door de maten niet goed te controleren. De kantonrechter oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor de maatvoering bij A&U lag, en dat de eiseres niet aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de verkeerde maatvoering. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde A&U in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden in contractuele relaties, vooral met betrekking tot maatvoering en de gevolgen van fouten daarin. De kantonrechter concludeerde dat A&U ten onrechte de openstaande factuur had verrekend met schade die zij had geleden door de verkeerde maatvoering, en dat de eiseres recht had op betaling van de factuur.