ECLI:NL:RBAMS:2018:7729

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2018
Publicatiedatum
30 oktober 2018
Zaaknummer
6839154 CV EXPL 18-8668
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor verkeerde maatvoering bij levering van schuifdeur

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een bouwbedrijf, aangeduid als [eiseres], en de leverancier van een schuifdeur, Advies en Uitvoering B.V. (A&U). De eiseres vorderde betaling van een openstaande factuur van € 3.351,70, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, omdat A&U de factuur niet had betaald. De eiseres had in opdracht van A&U kozijnen en een schuifdeur geleverd en geplaatst, maar de maten van de schuifdeur bleken niet te kloppen, wat leidde tot annulering van de plaatsing op de afgesproken dag. De eiseres stelde dat de opdrachtgever verantwoordelijk was voor het aanleveren en goedkeuren van de maatvoering, zoals vermeld in de offerte.

Tijdens de comparitie op 24 september 2018 zijn beide partijen gehoord. De eiseres stelde dat A&U verantwoordelijk was voor de maatvoering van de schuifdeur, terwijl A&U betoogde dat de eiseres haar verplichtingen niet was nagekomen door de maten niet goed te controleren. De kantonrechter oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor de maatvoering bij A&U lag, en dat de eiseres niet aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de verkeerde maatvoering. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde A&U in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden in contractuele relaties, vooral met betrekking tot maatvoering en de gevolgen van fouten daarin. De kantonrechter concludeerde dat A&U ten onrechte de openstaande factuur had verrekend met schade die zij had geleden door de verkeerde maatvoering, en dat de eiseres recht had op betaling van de factuur.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6839154 CV EXPL 18-8668
vonnis van: 22 oktober 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres]

gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. I. Kraaijnoord (GGN Mastering Credit Rotterdam)
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Advies en Uitvoering B.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: A&U
gemachtigde: mr. H.S. de Lint

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 april 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 24 september 2018. Namens [eiseres] zijn [naam 1] en [naam 2] verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Namens A&U is [naam 3] met de gemachtigde verschenen. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
A&U heeft in de persoon van [naam 3] (hierna: [naam 3] ) als aannemer werkzaamheden verricht aan een woning in [plaats] . [eiseres] heeft in opdracht van A&U kozijnen en een schuifdeur geleverd en geplaatst in de woning.
1.2.
[eiseres] heeft hiertoe op 8 november 2016 een offerte uitgebracht. In de offerte is onder meer opgenomen dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het aanleveren en goedkeuren van de maatvoering.
1.3.
Bij levering van de schuifdeur bleken de maten niet te kloppen. De plaatsing moest op die dag worden geannuleerd, maar heeft later alsnog plaatsgevonden.
1.4.
[eiseres] heeft op 26 januari 2017 een factuur ter hoogte van € 3.351,70 voor haar werkzaamheden aan A&U gestuurd.
1.5.
A&U heeft deze factuur niet betaald.

Vordering en verweer

2. [eiseres] vordert dat A&U bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 3.351,70 aan hoofdsom;
b. € 460,17 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 290,91 aan wettelijke rente, berekend tot 6 april 2018;
d. wettelijke rente over € 3.351,70 vanaf 6 april 2018;
e. de proceskosten.
3. Aan haar vordering legt [eiseres] ten grondslag dat zij met A&U een overeenkomst van opdracht is aangegaan. Op grond van die overeenkomst heeft [eiseres] , onder bijlevering van materiaal, werkzaamheden verricht. Deze werkzaamheden heeft [eiseres] correct en conform afspraak uitgevoerd. A&U is op grond van de overeenkomst tussen partijen gehouden de factuur van [eiseres] te betalen.
4. A&U voert aan dat [eiseres] haar verplichtingen uit de overeenkomst niet juist is nagekomen. Afgesproken was dat [eiseres] de door [naam 3] opgegeven maten van de kozijnen en de schuifdeur zou komen controleren. Kennelijk heeft [eiseres] dit niet goed gedaan. Doordat er vertraging is opgelopen met het plaatsen van de kozijnen en de schuifdeur, kon A&U de woning niet tijdig opleveren waardoor aan haar zijde schade is ontstaan. Voor deze schade is [eiseres] aansprakelijk te houden. A&U heeft de openstaande factuur verrekend met haar schade.

Beoordeling

5. Uit de stellingen van partijen en de discussie ter zitting is de volgende gang van zaken gebleken. Op grond van de offerte heeft [naam 3] medio november 2016 de door hem ingemeten maten van de kozijnen en de schuifdeur aan [eiseres] doorgegeven. [eiseres] heeft op basis hiervan tekeningen gemaakt. Op 18 november 2016 heeft [eiseres] deze tekeningen ter goedkeuring aan [naam 3] gezonden. [naam 3] heeft daarop telefonisch contact opgenomen met [eiseres] en medegedeeld dat hij niet helemaal zeker was van de doorgegeven maatvoeringen. Mondeling is afgesproken dat een medewerker van [eiseres] een nameting zou komen uitvoeren. De nameting heeft circa anderhalve week later plaatsgevonden
6. Het geschil tussen partijen kan teruggebracht worden tot deze nameting. A&U stelt dat is afgesproken dat [eiseres] alle doorgegeven maten zou controleren, dus zowel van de kozijnen als de schuifdeur, terwijl [eiseres] stelt dat zij alleen de doorgegeven maten van de kozijnen zou controleren. Volgens [eiseres] was het gat in de muur, waar de schuifdeur gerealiseerd moest worden, op het moment van de nameting nog niet gemaakt waardoor er voor haar nog helemaal niks op te meten viel. Ook heeft [eiseres] ter zitting nog verwezen naar een e-mail aan [naam 3] , waarin hij er nogmaals op gewezen werd dat hij de maatvoering van de schuifdeur zelf diende te controleren. [naam 3] heeft hierop een e-mail met akkoord teruggestuurd.
7. De kantonrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat [eiseres] de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen om de maatvoering van de schuifdeur te controleren. Uit de offerte blijkt dat de verantwoordelijkheid voor de maatvoering in beginsel bij A&U ligt. A&U heeft gesteld dat er mondeling een andere afspraak is gemaakt, maar deze stelling wordt door [eiseres] gemotiveerd betwist. De
e-mailcorrespondentie waarnaar ter zitting is verwezen die gevoerd is na afloop van de nameting en welke inhoudelijk door A&U niet is weersproken, bevestigt het standpunt van [eiseres] , nu hierin staat dat A&U de maatvoering van de schuifdeur diende te controleren en hiervoor zijn akkoord moest geven.
8. A&U wordt niet toegelaten tot bewijs van het bestaan van een afwijkende mondelinge afspraak, nu een voldoende gespecificeerd bewijsaanbod hieromtrent ontbreekt.
9. Gelet op het bovenstaande was A&U (van meet af aan) verantwoordelijk voor de maatvoering van de schuifdeur. Nu het probleem bij levering van de schuifdeur zijn oorsprong vond in een verkeerde maatvoering, is [eiseres] niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. A&U heeft de openstaande factuur van [eiseres] dus ten onrechte verrekend met zijn schade en dient deze factuur alsnog te betalen. De hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente zijn daarmee toewijsbaar.
10. De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] bij dagvaarding voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, terwijl deze in overeenstemming zijn met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn daarom toewijsbaar.
11. A&U wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt A&U tot betaling aan [eiseres] van:
- € 3.351,70 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 april 2018 tot aan de voldoening;
- € 460,17 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 290,91 aan wettelijke rente;
veroordeelt A&U in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
exploot € 87,08
salaris € 400,00
griffierecht € 476,00
-----------------
totaal € 963,08
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt A&U in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 50,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat A&U niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kraak, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.