Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[BRP-adres] ,
1.Procesgang
mr. K. van der Schaft. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn eerdergenoemde raadsman.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid, feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
Is de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW van toepassing?
De raadsman heeft zich met betrekking tot dit punt gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.Artikel 4 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest)
Zij verwijst daarbij naar haar uitspraak van 14 augustus 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5937.
De rechtbank ziet geen aanleiding nadere informatie in te winnen over de detentie-omstandigheden, zoals subsidiair verzocht.
De enkele stelling dat kennissen slechte ervaringen in Belgische detentie hebben gemeld, kan dit oordeel niet anders maken.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven ten behoeve van het in België tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.