In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte op 11 september 2018 vrijgesproken van de heling van vier fietsen, maar is hij wel schuldig bevonden aan de mishandeling van een hoofdagent van politie. De zaak kwam voor de rechtbank na een inhoudelijke behandeling op 31 juli 2018 en een formele sluiting op 28 augustus 2018. De officier van justitie, mr. A.M. Grüschke, had gevorderd tot een bewezenverklaring van beide feiten. De verdachte, geboren in 1979, werd beschuldigd van mishandeling van een agent op 1 september 2017 en van heling van fietsen op 19 december 2017. De rechtbank oordeelde dat de mishandeling bewezen was, gesteund door de aangifte van de agent en de letselverklaring. De verdachte had in zijn verhoor bij de politie bekend de agent te hebben geslagen. Echter, voor de heling van de fietsen was de rechtbank van mening dat niet bewezen kon worden dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat de fietsen van misdrijf afkomstig waren. De verdachte had verklaard dat hij de fietsen op Marktplaats had gekocht om ze op te knappen en door te verkopen. De rechtbank volgde het advies van de psychiater, die had geconcludeerd dat de verdachte ten tijde van de feiten niet volledig toerekeningsvatbaar was. Daarom werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partijen, waaronder de hoofdagent, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat er geen straf of maatregel was opgelegd aan de verdachte.