Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 oktober 2018 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2018.
Rechtbank Amsterdam
Op 17 oktober 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres], vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.A.M. Karsten, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door A.J. Kniesmeijer. De zaak betreft een beroep van [eiseres] tegen de beslissing van het Uwv om haar Wajong-uitkering tijdelijk stop te zetten. Dit besluit werd genomen op 4 september 2017, omdat [eiseres] niet bereikbaar was voor het Uwv en geen vaste woonplaats kon doorgeven. Het Uwv verklaarde op 4 april 2018 het bezwaar van [eiseres] ongegrond, waarna zij beroep instelde bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 4 september 2018 heeft de rechtbank vastgesteld dat [eiseres] haar inlichtingenverplichting niet heeft nageleefd. Sinds haar vertrek uit Lelystad had zij geen vaste woonplaats en had zij ook haar verblijfplaats niet tijdig gemeld. Gedurende langere tijd verbleef zij in België en Suriname, waardoor zij niet bereikbaar was voor het Uwv. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht de uitkering had stopgezet en dat er geen dringende redenen waren om van het opleggen van de maatregel af te zien, ondanks de moeilijke situatie van [eiseres].
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De rechtbank benadrukte dat [eiseres] op grond van de Wajong verplicht was om wijzigingen in haar woon- of verblijfplaats onmiddellijk door te geven. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van mr. T. Rijs, griffier.