Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
first offenderwat vermogensdelicten betreft. De rechtbank betrekt bij het bepalen van de straf de afspraken zoals deze in de zogenoemde oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht van de hoven en de rechtbanken zijn gemaakt. Genoemde oriëntatiepunten dienen ter bevordering van de rechtseenheid in de strafoplegging. Volgens die oriëntatiepunten is voor een inbraak in een bedrijfspand een taakstraf van 120 uren het uitgangspunt. Nu het feit enige tijd geleden gepleegd is en het een poging betreft, zal de rechtbank minder uren opleggen. Daar komt bij dat het inmiddels goed met verdachte lijkt te gaan. Hij is sinds 2016 niet meer in aanraking met politie of justitie geweest, heeft een woning en werkt als verkeersregelaar. Hij geeft aan een goede toekomst te willen opbouwen, voor zichzelf en voor zijn dochter, voor wie hij mede de zorg draagt.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
100 uren.
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 dagen.
40 uren, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij verdachte zich voor het einde van de op
2 jaren bepaalde proeftijdschuldig maakt aan een strafbaar feit.
vervangende hechteniszal worden toegepast van
20 dagen.