Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Gdańsk(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court of Wejherowo(Polen) van 18 december 2015, met kenmerk: II K 335/13.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
“No, the person did not appear in person at the trial resulting in the decision”.Voorts vermeldt het EAB dat de opgeëiste persoon niet in persoon is gedagvaard, maar wel anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van de datum en de plaats van de behandeling ter terechtzitting, zodat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was van de voorgenomen terechtzitting en ervan in kennis is gesteld dat een vonnis kan worden gewezen wanneer hij niet ter terechtzitting verschijnt. Dit wordt in onderdeel D.2 als volgt toegelicht:
merits of the casezijn behandeld en ook is niet gebleken dat de opgeëiste persoon daadwerkelijk op de hoogte is gebracht van die zitting of zittingen, zoals vereist in artikel 12 OLW. Géén van de in artikel 12 sub a tot en met d OLW genoemde omstandigheden heeft zich voorgedaan.
the merits of the case– heeft plaatsgevonden. Uit het EAB, de aanvullende informatie en de verklaring van de opgeëiste persoon kan ook niet worden afgeleid dat de opgeëiste persoon daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van de datum en de plaats van de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting. Geen van de in artikel 12 sub a tot en met c OLW genoemde omstandigheden doet zich voor. Een verzetgarantie zoals bedoeld in artikel 12 sub d OLW is niet verstrekt.
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Wejherowo(Polen).