ECLI:NL:RBAMS:2018:7527

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
22 oktober 2018
Zaaknummer
13/751032-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van overlevering op grond van artikel 12 OLW in het kader van een Europees aanhoudingsbevel

Op 2 oktober 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Kaunas Regional Court in Litouwen. De vordering, ingediend door de officier van justitie, dateert van 26 juni 2018 en betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1989 in Litouwen. Tijdens de openbare zitting op 2 oktober 2018 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.J. van der Woude, en een tolk in de Litouwse taal.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de relevante informatie uit het EAB en aanvullende documenten beoordeeld. Het EAB betreft een vrijheidsstraf van 2 jaar en 10 maanden, opgelegd bij een vonnis van het Kaunas District Court. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet aanwezig was bij de zitting in hoger beroep en dat hij niet op de hoogte was van de datum en plaats van de terechtzitting. Dit leidt tot de conclusie dat de waarborgen van artikel 12 OLW niet zijn nageleefd.

Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de overlevering op grond van artikel 12 OLW moet worden geweigerd. De rechtbank heeft de (geschorste) overleveringsdetentie opgeheven en vastgesteld dat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. J.A.A.G. de Vries, en de rechters mrs. E.G. Fels en B. Poelert, in aanwezigheid van de griffier, mr. A.T.P. van Munster.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751032-18
RK nummer: 18/4189
Datum uitspraak: 2 oktober 2018
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 26 juni 2018 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 3 november 2017 door
the Kaunas Regional Court(Litouwen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Litouwen) op [geboortedag] 1989,
ingeschreven in de Basisregistratie personen en verblijvend op het adres:
[adres], [woonplaats],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 2 oktober 2018. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. U.E.A. Weitzel.
De opgeëiste persoon heeft zich doen bijstaan door zijn raadsman, mr. S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Litouwse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak
moet doen met dertig dagen verlengd en vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van
artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd, omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Litouwse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een vonnis in eerste aanleg van 12 april 2016 van
the Kaunas District Court, met kenmerk: 1-280-825/2016 én een uitspraak in hoger beroep van 30 september 2016 van
the Kaunas Regional Court, met kenmerk: 1A-426-478/2016.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 2 jaar en 10 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis .
De veroordeling betreft het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW

Uit het EAB en de aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 10 augustus 2018 volgt dat in hoger beroep definitief uitspraak is gedaan over de schuld van de betrokkene en aan hem een straf is opgelegd. Als de strafprocedure meer instanties heeft omvat en tot opeenvolgende beslissingen heeft geleid, moet alleen de laatste van die beslissingen aan artikel 12 OLW getoetst worden [1] . Voor de toets van artikel 12 OLW is de uitspraak in hoger beroep van 30 september 2016 van
the Kaunas Regional Court(1A-426-478/2016) dus relevant.
Uit het EAB en de aanvullende informatie (van 10, 14, 16, 20 en 24 augustus 2018) kan het volgende worden afgeleid. De opgeëiste persoon is niet aanwezig geweest bij de zitting in hoger beroep. Niet kan worden vastgesteld dat de opgeëiste persoon de oproeping voor de behandeling in hoger beroep zelf heeft ontvangen, noch dat de opgeëiste persoon anderszins daadwerkelijk op de hoogte is gesteld van de datum en plaats van de terechtzitting [2] . De in hoger beroep aanwezige advocaat was niet door de opgeëiste persoon gemachtigd. De uitspraak in hoger beroep is niet aan de opgeëiste persoon betekend. De door de uitvaardigende justitiële autoriteit beschreven herzieningsprocedure in de brief van
24 augustus 2018, voldoet niet aan de garantie zoals bedoeld in artikel 12 onder d OLW.
Met de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat zich geen van de omstandigheden van artikel 12 onder a tot en met d OLW heeft voorgedaan, zodat de overlevering op grond van dit artikel moet worden geweigerd.

5.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 12 OLW.

6.Beslissing

WEIGERTde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Kaunas Regional Court(Litouwen).
HEFT OPde (geschorste) overleveringsdetentie.
Aldus gedaan door
mr. J.A.A.G. de Vries, voorzitter,
mrs. E.G. Fels en B. Poelert, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.T.P. van Munster, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 2 oktober 2018.
De jongste rechter is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Vergelijk: HvJ EU 10 augustus 2017, C-270/17 PPU, ECLI:EU:C:2017:628 (Tupikas).
2.Vergelijk: HvJ EU 24 mei 2016, C-108/16 PPU, ECLI:EU:C:2016:346 (Dworzecki).