Vordering en verweren
2. [eiser] vordert Faralda te veroordelen tot betaling van € 2.662,94 aan openstaande facturen, dan wel een in redelijkheid door de kantonrechter vast te stellen bedrag, met de wettelijke handelsrente daarover, en € 391,29 aan buitengerechtelijke kosten, alles met veroordeling van Faralda in de kosten van het geding. [eiser] stelt daartoe dat hij de opdrachten correct heeft uitgevoerd. Van wanprestatie is geen sprake. Dat de toegezegde opleverdatum (22 mei 2017) niet kon worden gehaald, is te wijten aan het feit dat Faralda na de oorspronkelijke opdracht nog meerdere wijzigingen heeft opgegeven. Buiten de opdracht om heeft [eiser] nog meegeholpen om de oude bar uit het hotel te verwijderen, dit om de relatie met Faralda goed te houden. Daarbij heeft [eiser] de Grohe kraan uit de oude bar losgeknipt, maar niet vernield. Met behulp van aansluitstukken kon deze opnieuw worden geïnstalleerd. Het beroep op verrekening van Faralda kan dan ook niet slagen en de tegenvordering is ongegrond. Bovendien is de gestelde schade niet onderbouwd. Faralda heeft niet op de brief van 16 juni 2017 gereageerd. Inschakeling van derden door Faralda moet voor haar rekening blijven. Ook op de sommatie van 3 juli 2017 is niet gereageerd. [eiser] heeft daarom incassokosten gemaakt, die voor vergoeding in aanmerking komen.
3. Faralda is van mening dat de vordering van [eiser] moet worden afgewezen. Zij voert daartoe aan dat sprake is van toerekenbaar tekortschieten door [eiser] . [eiser] heeft niet tijdig en niet deugdelijk geleverd. Van meet af aan was duidelijk dat het geheel uiterlijk 26 mei 2017 gereed moest zijn voor een evenement op die datum. De bar moest op die dag worden gebruikt. Het klopt wel dat meerwerk is overeengekomen, maar dat had in een dag gereed kunnen zijn. Uiteindelijk bleek op 25 mei 2017 dat de bar niet af was en niet deugdelijk. De werkbladen waren verkeerd gezaagd, de spoelbakken zaten verkeerdom, de installatie van Inbev paste niet, alles dat was ingelijmd moest weer worden losgetrokken waardoor schade is ontstaan, rvs platen waren kapotgeslagen, de bar was niet 90 cm hoog, maar 80 cm en er was verkeerd lasmateriaal gebruikt, waardoor de lassen direct gingen roesten. [eiser] heeft de bar niet afgemaakt, omdat hij eerst volledige betaling eiste, maar hij had eerst correct moeten nakomen. Bovendien was de fatale termijn al verstreken. Op 27 mei 2017 verkeerde [eiser] van rechtswege in verzuim.
4. Faralda heeft schade geleden, omdat zij een noodconstructie heeft moeten verzinnen om het evenement op 26 mei 2017 door te kunnen laten gaan. Primair vordert Faralda de overeenkomst van opdracht te ontbinden wegens wanprestatie, terugbetaling van het voorschot van € 500,- en veroordeling van [eiser] tot vergoeding van de door Faralda geleden schade, bestaande uit de vernielde Grohe kraan à € 1.390,36, een bedrag van
€ 500,- voor het inschakelen/huren van een alternatieve bar voor het evenement en
€ 1.050,- voor zeven uur werktijd van [naam directeur] . In totaal € 3.440,36. Subsidiair vordert Faralda veroordeling van [eiser] tot betaling van € 777,42, na verrekening met de onbetaald gebleven facturen van [eiser] .
5. [eiser] betwist dat hij de opdrachten ondeugdelijk heeft uitgevoerd en wijst erop dat Faralda haar stellingen ter zake niet met bewijsstukken heeft onderbouwd. De spoelbakken zaten niet verkeerdom. [eiser] heeft dat op locatie aan [naam directeur] laten zien en die ging daarmee akkoord. Van verkeerde maatvoering is ook geen sprake. [eiser] heeft conform de tekeningen gewerkt. [eiser] heeft geen ingelijmde zaken losgetrokken. Wellicht hebben door Faralda ingeschakelde derden dat gedaan. Als daardoor schade is ontstaan, komt dat niet voor rekening van [eiser] . [eiser] heeft geen rvs platen stukgeslagen. Het gaat hier om rvs platen die over de randen van de houten werkbanken moesten worden gebogen. Conform telefonische instructie van [naam directeur] heeft [eiser] daarvoor een hamer gebruikt. Dat gaf volgens hem een robuuste uitstraling. Dat het effect achteraf tegenviel, blijft voor rekening van Faralda. Het gehele laswerk is met roestvrij materiaal uitgevoerd. [eiser] heeft in zijn e-mail van 24 mei 2017 gewaarschuwd voor werkvertraging. Er is geen nadere opleverdatum overeengekomen. [eiser] kan dus niet in verzuim zijn geraakt. Dat hij bepaalde punten niet heeft kunnen afmaken, is een gevolg van de veelvuldig gewijzigde opdracht en het feit dat [eiser] ook andere opdrachten had aangenomen, uitgaande van de oorspronkelijke opleveringsdatum van 22 mei 2017. Ten slotte betwist [eiser] de door Faralda gestelde schade. De Grohe kraan was tweedehands en is niet onbruikbaar geraakt. [eiser] betwist dat Faralda een andere bar heeft gehuurd voor het evenement op 27 mei 2017.
6. Ter comparitie heeft [naam directeur] onder meer verklaard dat hij een andere biertap heeft gehuurd en dat hij daarvan bonnetjes kan overleggen. De Grohe kraan was inderdaad tweedehands maar nog vrijwel nieuw. De door [eiser] geleverde bar wordt gebruikt, maar je kunt nog steeds de nalatigheden van [eiser] zien. [eiser] heeft ter comparitie onder meer verklaard dat hij op de hoekjes na (van de bar zoals te zien op overgelegde foto’s) alle werkzaamheden goed heeft uitgevoerd.
7. De kantonrechter heeft Faralda aan het slot van de comparitie in de gelegenheid gesteld om bij akte alsnog bewijsstukken ter onderbouwing van haar stellingen in het geding te brengen. Ter uitvoering daarvan heeft zij een akte genomen en stukken overgelegd.
- productie 1 is een factuur voor € 75,- ter zake van de huur van een ‘david tap’. (Daarop is echter vermeld dat de leverdatum in juli 2017 lag. Dat kan dus niet ten behoeve van het evenement op 27 juni 2017 zijn geweest, ktr.)
- productie 2 betreft een afbeelding en productomschrijving van de Grohe kraan. (Daaruit valt niet het bewijs te putten dat [eiser] een dergelijke kraan zodanig heeft beschadigd dat deze onbruikbaar is geworden, ktr.)
- productie 3 betreft afbeeldingen van rvs spoelbakken. (Daaruit blijkt niet dat [eiser] de spoelbakken verkeerd heeft geplaatst of beschadigd, ktr.)
- productie 4 betreft de door [eiser] uitgebrachte offertes. (Ook daaruit valt geen bewijs te putten dat [eiser] Faralda schade heeft berokkend, ktr.)
- productie 5 betreft een (door [eiser] betwiste) verklaring van een zoon van [naam directeur] , waarin onder meer is vermeld dat de bar niet af was, maar wel is gebruikt voor een event.
- productie 6 betreft een factuur van [naam] voor € 1.222,10 voor werkzaamheden in juni 2017 en levering van een rvs plaat.
- producties 7 en 8 betreffen de werktekeningen hiervoor bedoeld onder 1.1 en foto’s van de door [eiser] geleverde bar, waaruit volgens Faralda blijkt dat de maatvoering niet goed was.
8. [eiser] heeft bij antwoordakte erop gewezen dat Faralda in plaats van de ter comparitie aangekondigde getuigenverklaringen heeft volstaan met één summiere verklaring van de zoon van [naam directeur] , die niet als deskundig kan worden aangemerkt. Verder heeft hij aangevoerd dat uit de rekening van [naam] niet blijkt dat het gaat om werkzaamheden aan de barren. Loodgieterswerk à € 365,95 inclusief btw viel hoe dan ook niet onder de opdracht aan [eiser] . De werkzaamheden van [naam] zijn bovendien niet eerder opgevoerd. [eiser] betwist dat uit de door Faralda overgelegde foto’s het bewijs volgt dat de maatvoering niet juist was. Ter onderbouwing van zijn betwisting legt hij foto’s over van de stalen bar in zijn werkplaats, toen deze zo goed als af was. Duidelijk is te zien dat de te plaatsen fustenkast/koeling gemakkelijk paste. Dat zou niet mogelijk zijn geweest bij een binnenmaat van 820 mm in plaats van 910 mm. Ook [eiser] heeft vele uren in deze zaak moeten steken. Dat is het risico van ondernemerschap. Zulks geldt ook voor de door [naam directeur] gedeclareerde uren.