In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 13 september 2018, staat de effectenleaseovereenkomst centraal tussen de eiseres Dexia Nederland B.V. en de gedaagde, die stelt dat hij op advies van Legio Lease/Dexia de overeenkomst is aangegaan. De gedaagde heeft de stelling ingenomen dat er een adviesrelatie bestond, waardoor Dexia schadeplichtig zou zijn. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 1 juni 2017 bepaald dat de gedaagde bewijs diende te leveren van deze adviesrelatie. Echter, de gedaagde heeft zijn aanbod tot het leveren van getuigenbewijs ingetrokken en geen verdere bewijsstukken overgelegd. Hierdoor is de kantonrechter van oordeel dat de gedaagde niet is geslaagd in zijn bewijsopdracht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Hoge Raad in zijn arrest van 2 september 2016 niet van toepassing is op deze situatie, omdat Legio Lease geen externe tussenpersoon is. De kantonrechter heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren, maar dit is niet gebeurd. De kantonrechter concludeert dat Dexia niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat de gedaagde geen recht heeft op een verdere schadevergoeding. De vordering van Dexia wordt toegewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. C.L.J.M. de Waal en is uitvoerbaar bij voorraad.