Op 26 september 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/447524-07, betreffende de terbeschikkingstelling van een 55-jarige man, geboren in 1963, die momenteel verblijft in de FPA [locatie 1]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen toegewezen, terwijl het verzoek van de raadsman om de TBS met één jaar te verlengen werd afgewezen. De terbeschikkinggestelde is eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 23 september 2008 en de laatste verlenging vond plaats op 22 september 2016 voor een periode van twee jaren.
De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. G.Th. Offreins, en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis, met daarnaast een stoornis in het gebruik van verschillende middelen. De rechtbank oordeelde dat de terbeschikkinggestelde niet had meegewerkt aan de rapportages van de psycholoog en psychiater, maar dat dit de verlenging van de TBS niet in de weg stond. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd, gezien het risico op recidive en de noodzaak voor toezicht en begeleiding.
De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van het advies van de deskundigen en de processtukken, en heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, terwijl het verzoek van de raadsman werd afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 september 2018.