Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[naam eiser] te Amsterdam, eiser,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiser te vergoeden.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen over de herziening van de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2015. De eiser had verzocht om herziening van zijn recht op kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had dit verzoek afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderopvangtoeslag van de eiser op 8 december 2014 was stopgezet en dat er geen aanvraag voor kinderopvangtoeslag over 2015 was ingediend. Hierdoor was er geen recht op een voorschot of tegemoetkoming, wat een voorwaarde is voor herziening volgens de wet.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat het bestreden besluit van de Belastingdienst op juiste gronden was genomen. De rechtbank oordeelde dat er nooit een voorschot of tegemoetkoming was toegekend, waardoor herziening niet mogelijk was. De rechtbank heeft ook bepaald dat de Belastingdienst het door de eiser betaalde griffierecht van € 46,- moest vergoeden, omdat het bestreden besluit onder gewijzigde motivering was vervangen door een nieuw besluit.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. R. Hirzalla, in aanwezigheid van griffier mr. L.C. Trommel. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de wet duidelijk is over de voorwaarden voor herziening van de kinderopvangtoeslag.