ECLI:NL:RBAMS:2018:6806
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.M. de Vries
- I.M. Bilderbeek
- A.W.C. van Emmerik
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen rechters in een strafzaak met betrekking tot OVC-gesprekken
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 18 juli 2018 een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoekster, die betrokken is in een strafzaak, heeft de wraking ingediend tegen de rechters mr. K.A. Brunner, R.A. Sipkens en A.C.J. Klaver, naar aanleiding van procedurele beslissingen die door de strafkamer zijn genomen. De wrakingsgrond was gelegen in de vrees voor vooringenomenheid van de rechters, omdat verzoekster meende dat haar verzoeken om de OVC-gesprekken af te spelen en om een vijfde tolk in te schakelen niet op een objectieve manier waren behandeld.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gesteld dat wraking niet kan dienen als rechtsmiddel tegen onwelgevallige beslissingen. De vrees voor vooringenomenheid kan alleen objectief gerechtvaardigd zijn als de rechter een beslissing heeft genomen die zo onbegrijpelijk is dat er geen andere verklaring voor is dan vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de procedurele beslissingen van de rechtbank niet onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd waren. De rechtbank heeft de afwijzing van verzoekster's verzoeken gemotiveerd en heeft aangegeven dat de verdediging nog alle gelegenheid heeft om de inhoud van de OVC-gesprekken te betwisten.
De wrakingskamer heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen zwaarwegende feiten of omstandigheden zijn die de vrees voor partijdigheid objectief kunnen rechtvaardigen. Het verzoek tot wraking is dan ook afgewezen, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.