ECLI:NL:RBAMS:2018:6800

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2018
Publicatiedatum
25 september 2018
Zaaknummer
HA RK 18-233
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan concrete feiten en omstandigheden

Op 24 juli 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam een wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld, gericht tegen de rechters F.G. van Arem en L. van der Heijden. Het verzoek was niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoek tegen rechter Van Arem geen concrete feiten of omstandigheden bevatte die duiden op vooringenomenheid. Daarnaast had rechter Van der Heijden al op 23 januari 2018 uitspraak gedaan in een andere zaak van de verzoeker, waardoor zij geen zaak meer in behandeling had. De rechtbank benadrukte dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen rechters die een zaak in behandeling hebben. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker geen relevante gronden had aangevoerd en dat het verzoek lichtvaardig was ingediend, wat leidde tot de conclusie van misbruik van recht. De rechtbank besloot dat een volgend wrakingsverzoek tegen de rechters niet in behandeling zal worden genomen en dat de lopende procedures voortgezet worden in de stand waarin zij zich bevonden op het moment van indienen van het wrakingsverzoek.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer
Beslissing op het op het bij brief met bijlagen van 24 juli 2018 schriftelijke gedane en onder rekestnummer C/13/651763 / HA RK 18/233 ingeschreven verzoek van:
[Verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
welk verzoek strekt tot wraking van mrs. F.G. van Arem en L. van der Heijden, rechters tevens kinderrechter, hierna gezamenlijk: de rechters.

1.Verloop van de procedure

De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het door verzoeker op 24 juli 2018 ingediende verzoek met bijlagen.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Bij de rechtbank zijn onder zaaknummers C/13/644178 / FA RK 18/1311 en C/13/648708 / FA RK 18/3431procedures aanhangig waarbij verzoeker partij is. Het betreft een echtscheiding en een voorlopige voorziening. Op 21 juni 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. De inhoudelijke behandeling is toen aangehouden om verzoeker in de gelegenheid te stellen zich door een advocaat te doen bijstaan. De inhoudelijke mondelinge behandeling is gepland op dinsdag 24 juli 2018 om 12.15 uur.
2.2.
In artikel 36 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering is bepaald dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt, op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.3.
Uit de wet en het vermoeden van onpartijdigheid volgt dat een verzoeker concrete feiten en omstandigheden dient aan te voeren waaruit volgt dat de rechter jegens een partij vooringenomen is, of dat de vrees van een partij dat er sprake is van een dergelijke vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is. Alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk - in het verzoek - worden voorgedragen.
2.4.
In het verzoekschrift zijn voor zover van belang de navolgende gronden aangevoerd:
“Wegens schending van de beginselen van een goede procesorde en een onrechtmatig handelen vanuit het bestuurlijke stelstel
wraak ik rechters L. van der Heijden en F.G van Arem en eventueel plaats vervangend rechter op 24 juli 2018 inzake
[ ] mbt BSN nummers:
[ ]
[ ]
minderjarige
[ ]
[ ]
en zaaknummers en zittingdata:
C/13/640873/FA RK 17-8487 (voorlopige voorziening zorgregeling/kalender)
+ Pleitnotitities en tevens wijzigiging voorlopige voorzieningen
C/13/644178/FA RK 18-1311 (kindgesprek 8 - 11 jaar)
C/13/648708/ FA RK 18-3431 (wijziging voorlopige voorziening en treffen voorlopige voorzieningen)
Aanvulling wijziging voorlopige voorziening en treffen voorlopige voorzieningen.
Op 21juni 2018 heeft er geen inhoudelijke behandeling plaats gevonden in geen enkele zaak mbt bovenstaande BSn nummers
C/13/ 650835FA RK 18/4106
C/13/ 650435FA RK 18/4282
Wrakingsverzoek wegens:
[Paginanummer]
- Onzorgvuldig afhandelen met onjuiste informatie van beslissing wrakingsverzoek van d.d. 1 mei 2018
- Inconsistentie persoonlijke gegevens gezagsregister
- Klacht politie eenheid Amsterdam van d.d. 12 maart 2018 met nummer 2018-0013597 en schijn belangmenging en misbruik Veilig
Thus 294242 van 04-04-019 tot 15-05-208 , ieugsbescherming en Gemeente Amsterdam AMS 173344 en AMS 17/3989
- Identiteitswisseling minderjarige met bsn nummers [ ] en [ ] mbt achternaam ‘vrouw uit wie onze kinderen
geboren zijn en geboorteplaats en tevens aanpassing in het GBA op 4 mei 2012 rond mijn adoptie.
- Inschrijving scheiding van tafel en bed in het huwelijksgoederenregister naast de koude uitsluiting zonder tussenkomst notaris
- Producties van de wederpartij lopen niet door maar beginnen bij elk verzoek opnieuw bij nummer en betreffen andere producties
- schending van de beginselen van een goede procesorde
- Niet betekend en niet via de rechtbank gecommuniceerde “scheiding van tafel en bed” en/of “echtgescheiding”
- Zie email 16 maart 2018 bijgaand.
- Zie email van alle geretourneerde en niet tot he1 dossier behorende stukken van 29-01-2018 en 12-03-2018
- Ontbreken verplicht ouderschapsplan
- Ontbreken verplicht echtscheidingsconvenant
- ( Fraude) met RSIN nummers in het GBA wegens onjuiste uittreksels zoals van 15-05-2007 en 08-01-2018
- Dwingend advies conform AMHK door een niet bestaande versie van Veilig Thuis en tevens niet bevoegde [ ]
- Belangenverstrengeling wegens mijn schoonmoeder in de raad en tevens commissie jeugdzorg die middels en samenwerking met
Politie eenheid Amsterdam (inmenging melding veilig thuis via [ ]) en het arrondissement Amsterdam invloed uitoefenen in
deze zaken met gedwongen identiteitswisseling binnen eigen identiteiten NL/USA)
- Onjuistheden wegens onzorgvuldigheid mbt: Adoptie met beschikking van 6 april 2011 met zaaknummer 468415 / 10-7252
468415 10-7252 25-08-2010 11-03-11 Adoptie [ ] en gerechtelijke vaststel(
Betref: minderjarie: [ ] en [ ]
[ ], [geboortedatum], geboren te [ ]
Geboren uit mw. [ ] (meisjesnaam [ ]
[ ]
STATE CA: [ ] / barcode [ ]
Sacramento County: [ ]
USA geboorteakte barcode: [ ]
[ ] , [geboortedatum], geboren te [ ]
Geboren uit mw. [ ] (meisjesnaam [ ]
15/08/2009
STATE CA: [ ]/ barcode [ ]
Sacramento County: [ ]
USA geboorteakte barcode: [ ]
En zo zijn er nog vele procesmatige onjuistheden die tot niet-ontvankelijkheid hadden moeten lieden maar toch in behandeling zijn genomen.
Deze wraking behoeft zoals al reeds sinds december 2017 zorgvuldige behandeling en onderzoek waarbij ik, en ik ga uit mijn ex ook
niet ons van geen kwaad bewust zijn en wij de rechtmatige juridische ouders met gezamenlijk gezag zouden moeten zijn zoals wij
gezamenlijk zijn bijgestaan door een advocaat mbt tot de adoptie in 2011 met datum van ontvangst verzoekschrift door rechtbank
Amsterdam op 27/08/2010.
Gezien de strafrechtelijke aantijgingen mbt kindermishandeling, stalling en/of mijn psychische beschikbaarheid verzoek ik al hetgeen
hierboven eerst nader te onderzoeken en dan deze vraag nogmaals aan mij te stellen alvorens een oordeel gebaseerd op een niet bevoegde wijze.”
2.5.
De wrakingskamer overweegt dat in een wrakingsverzoek concrete op de rechter toegespitste feiten en omstandigheden dienen te worden aangevoerd. Vastgesteld wordt dat dit niet het geval is.
2.6.
Dit zijn geen concrete, op de rechter, mr. van Arem, die de zaak van verzoeker behandelt toegesneden feiten en omstandigheden waaruit vooringenomenheid van de rechter of de objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor kan volgen. Bij gebreke van dergelijke feiten is het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk. Mr. van der Heijden heeft op 23 januari 2018 uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker met zaaknummer C/13/640873 / FA RK 17-8487. Zij heeft derhalve geen zaak van verzoeker meer in behandeling. Een wrakingsverzoek kan alleen gericht zijn tegen een rechter die een zaak in behandeling heeft. De mondelinge behandeling kan daarom achterwege blijven.
2.7.
Omdat door verzoeker het middel tot wraking lichtvaardig, want zonder kenbare relevante grondslag is ingezet, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van misbruik van recht. De rechtbank zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter belast met de behandeling van de zaak van verzoeker niet in behandeling wordt genomen.
2.8.
Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De rechtbank:
 verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking;
 bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking gericht tegen de rechter belast met de behandeling van de zaken van verzoeker met zaaknummers C/13/644178 / FA RK 18/1311 en C/13/648708 / FA RK 18/3431 niet meer in behandeling zal worden genomen;
 bepaalt dat de procedures geregistreerd onder zaaknummers C/13/644178 / FA RK 18/1311 en C/13/648708 / FA RK 18/3431 worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden op het moment dat het wrakingverzoek werd ingediend.
Aldus gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, Y.A.M. Jacobs en A.W.C.M. van Emmerik, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juli 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.