Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
AMC en VUmc hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen, en vervolgens in reconventie gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte akte. EVAA heeft de vordering in reconventie bestreden.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Ter zitting waren voor zover van belang aanwezig:
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
5. Op basis van bovenstaande spreken de partijen de gezamenlijke intentie uit:5.1 Om onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid van een professioneel en zelfstandig “midwife led”of “verloskundig geleid” centrum voor zwangerschap en geboortezorg. Waarin de rollen eerstelijns en tweedelijns verloskundigen in relatie tot de inzet van medisch specialisten en kraamverzorgers opnieuw worden gedefinieerd.(…)5.3 Om dit onderzoek te doen in de specifieke context van samenwerking tussen de twee academische ziekenhuizen in de context van de Amsterdamse regio.(…)5.5 Dat de haalbaarheid van het nieuwe concept zal worden uitgewerkt op alle aspecten van de bedrijfsvoering inclusief een financiële business case. Op korte termijn zal de mogelijkheid tot start van de samenwerking op 2 locaties (AMC en VUmc) worden onderzocht voor de periode van de alliantie.6. Partijen verwachten dat deze samenwerking in de toekomst kan leiden tot:6.1 Een landelijk toonaangevend geboortecentrum(centra) met een grote aantrekkingskracht op zwangeren in de regio Amsterdam en Amstelland,6.2 Een geboortecentrum(centra), dat door de organisatie en werkwijze een grote aantrekkingskracht oplevert voor de eerstelijns verloskundige in de regio Amsterdam en Amstelland;(…)
● Voor de praktische uitwerking daarvan hebben Partijen behoefte aan een aantal samenwerkingsafspraken, die er toe moeten leiden dat per 1 januari 2017, of zoveel eerder als mogelijk, de integrale geboortezorg in het mid-risk gebied conform de uitgangspunten in de regiovisie Businesscase en definitief advies werkgroep zorginhoud geleverd en gedeclareerd kan worden.
In artikel 8 van de samenwerkingsovereenkomst is het volgende opgenomen:
8. Onvoorziene – of wijziging van – omstandighedenIndien zich tijdens de duur van deze overeenkomst al dan niet gewijzigde omstandigheden voordoen, die partijen bij het aangaan hiervan niet hebben voorzien, dan zullen partijen met elkaar in overleg treden om een voorziening te treffen die zoveel mogelijk aansluit bij de bedoeling van partijen.
Er worden momenteel voor verlos- en kraamzorg AMC/VUmc diverse scenario’s uitgewerkt. Een bestuurlijke keuze moet daarin nog definitief gemaakt worden. Wanneer de gevraagde studie – waar ook de plek van EVAA onderdeel is – afgerond en besloten is, zal dat de basis zijn voor verdere planvorming/huurcontracten etc. We kunnen geen besprekingen opstarten zonder dat er besluitvorming is over de koers.
Met uw brief en de daaraan voorafgaande correspondentie, verzanden we in een discussie die niet past bij de onderlinge verhoudingen tussen VUmc, AMC en EVAA. U valt terug op de samenwerkingsovereenkomst die in 2015 is aangegaan. Daarmee gaat u eraan voorbij dat sindsdien inmiddels twee jaar is verstreken, de afgesproken deadlines niet zijn gehaald en in de tussentijd veel is gebeurd.Zoals besproken, willen VUmc en AMC door op de ingeslagen weg met het doel om een verloskundig geleid centrum voor zwangerschap en geboortezorg binnen AMC, respectievelijk VUmc te realiseren. Het op verantwoorde en kwalitatief hoogstaande wijze realiseren van de integrale geboortezorg in onze regio is een door zowel AMC als VUmc gevoelde verantwoordelijkheid en wens.De vanaf de start verstreken tijd en daarmee samenhangende veranderingen in de omstandigheden, in combinatie met de voortschrijdende inzichten, voortvloeiend uit de gebeurtenissen sindsdien, zowel in onze huizen als landelijk, zijn voor ons daarbij leidend. U lijkt deze zaken te negeren met uw standpunt dat VUmc en AMC de m2 ter beschikking moeten stellen die onderdeel uitmaken van de business case bij de samenwerkingsovereenkomst.Met uw standpunt keert u terug naar een inmiddels achterhaalde situatie. Daarmee miskent u de gerechtvaardigde belangen van AMC en VUmc om de samenwerking met de kennis en rekening houdend met de omstandigheden van nu verder uit te werken. Zoals wij gemotiveerd hebben uiteengezet, brengen die omstandigheden mee dat in AMC een ongefaseerde start ten koste zou gaan van andere zorgonderdelen, waaraan AMC – alle belangen afwegend – prioriteit moet geven.De ontstane situatie zet de verhoudingen onnodig onder druk. Wij betreuren dat, maar uw handelwijze is voor ons geen reden om ons standpunt, als verwoord in recente correspondentie, te herzien. Wij denken niet dat een kort geding een uitkomst kan bieden, maar als u daarvoor kiest, zullen wij ons standpunt nader toelichten aan de voorzieningenrechter.Onze voorkeur gaat er echter naar uit zo snel mogelijk het overleg te hervatten op basis van de meest recente uitgangspunten. Deze zijn voor ons haalbaar en komen naar onze overtuiging tevens tegemoet aan de belangen van EVAA en de eerstelijnsverloskundigen.(…)
3.Het geschil in conventie
primair
en tevens en tegelijkertijd ten aanzien van VUmc: veroordeling tot nakoming van de samenwerkingsovereenkomst door het aanbieden van een huurovereenkomst aan EVAA I, ingaande 1 maart 2018, ter zake van de ruimten op de achtste verdieping aan de De Boelelaan te Amsterdam, een en ander op voorwaarden (oppervlakte, huurprijs en servicekosten) die redelijkerwijs passen in de Businesscase die de basis vormde voor de overeenkomst met Zilveren Kruis, en een en ander op straffe van dwangsommen;
subsidiairten aanzien van AMC en VUmc tegelijkertijd: veroordeling tot nakoming van de samenwerkingsovereenkomst door het aanbieden van huurovereenkomsten ingaande 1 maart 2018 voor ruimten in de bestaande opstallen aan de Meibergdreef en de De Boelelaan te Amsterdam, een en ander op voorwaarden (oppervlakte, huurprijs en servicekosten) die redelijkerwijs passen in de Businesscase die de basis vormde voor de overeenkomst met Zilveren Kruis, en een en ander op straffe van dwangsommen;
meest subsidiairieder maatregel te treffen die in goede justitie passend wordt geacht;
in alle gevallenmet veroordeling van AMC en VUmc in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.Het geschil in reconventie
(a) EVAA I te gebieden met VUmc verder te onderhandelen over een huurovereenkomst op basis van de uitgangspunten die vastliggen in het gespreksverslag van 1 november 2016 (productie 31 van EVAA en productie 8 van AMC en VUmc, zie 2.6 van dit vonnis);
(b) EVAA II te gebieden met AMC verder te onderhandelen over een huurovereenkomst voor de ruimte in de H-toren, vierde verdieping, gelegen aan de Meibergdreef te Amsterdam, op voorwaarden die aansluiten bij de bouwkundige, organisatorische en financiële mogelijkheden van AMC en VUmc, zoals die zijn uitgewerkt in de voorstellen van 5 september 2017 en zijn weergegeven op de tekening die onderdeel uitmaakt van de notitie van 4 september 2017, overgelegd als productie 44 bij de dagvaarding (zie 2.9 van dit vonnis);
(c) een en ander binnen twee weken na betekening van dit vonnis;
look and feel. Ook wordt in het voorstel ten onrechte niet gesproken over huurovereenkomsten maar over gebruiksovereenkomsten. Een geboortecentrum in VUmc alleen is gelet op de afspraken met Zilveren Kruis niet levensvatbaar. De twee geboortecentra dienen per se, zoals ook steeds is besproken, tegelijkertijd van start te gaan.
5.De beoordeling in conventie
816,00