Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parket van de Procureur des Konings te Brusselin België en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Juzgado Central de Instruccion no005 te Madrid. Op 24 juli 2018 is de toestemming inclusief Engelse toelichting verzonden aan het Openbaar Ministerie.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
ten tijde van het vertrekvan de opgeëiste persoon uit België. Onduidelijk is dan ook of de Franse sanctie al in het strafrestant is verdisconteerd. Indien wordt aangenomen dat de opgeëiste persoon de Franse straf niet meer hoeft te ondergaan, is volstrekt onduidelijk in welke periode hij voor de twee Belgische straffen exact in detentie heeft verbleven en hoe de voorwaardelijke invrijheidstelling is berekend. Uit een door de verdediging overgelegd stuk van het Belgisch Openbaar Ministerie van 2 augustus 2018 blijkt voorts dat – indien rekening wordt gehouden met de perioden die de opgeëiste persoon in Italië, Spanje en Nederland in overleveringsdetentie heeft doorgebracht, en de straf in Frankrijk niet meeweegt – de opgeëiste persoon veel langer in overleveringsdetentie heeft doorgebracht dan de duur van de straf, althans de straf volledig heeft uitgezeten.
Title 4’het vonnis is vermeld van het ‘
cour appel de besançon en france’ van 13 juli 2015 en waaruit tevens blijkt dat de tenuitvoerlegging van het Franse vonnis het gevolg is van het niet terugkeren van de opgeëiste persoon naar Frankrijk.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
5.Strafbaarheid
Deelneming aan een criminele organisatie;
Illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;
Oplichting;
Vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten;
Handel in gestolen voertuigen.
6.Detentieomstandigheden België
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Parket van de Procureur des Konings te Brusselten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.