Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
30 (dertig) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich gedurende de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland, Wibautstraat 12 te Amsterdam, op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zich onder behandeling zal stellen van forensische polikliniek De Waag, of soortgelijke ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven;
- meewerkt aan een traject om scholing te realiseren om zich tijdig in te schrijven voor de juiste opleiding en deze opleiding gaat volgen.
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan:
onttrekking aan het verkeervan:
[naam 2], wonende te [woonplaats] , gedeeltelijk toe, te weten voor € 250,00 (tweehonderdenvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (21 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[naam 2]aan de Staat € 250,00 (tweehonderdenvijftig euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (21 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 5 (vijf) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 3], wonende te [woonplaats] , toe, te weten € 310,00 (driehonderdentien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (22 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[naam 3]aan de Staat € 310,00 (driehonderdentien euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (22 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 6 (zes) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 4]niet ontvankelijk in haar vordering.
[naam 12]niet ontvankelijk in zijn vordering.
[naam 6], wonende te [woonplaats] , gedeeltelijk toe, te weten voor € 600,00 (zeshonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (6 november 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[naam 6]aan de Staat € 600,00 (zeshonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (6 november 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 12 (twaalf) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 7], wonende te [woonplaats] , toe, te weten € 400,00 (vierhonderd), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 september 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[naam 7]aan de Staat € 400,00 (vierhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 september 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 8 (acht) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 8], wonende te [woonplaats] , toe, te weten € 400,00 (vierhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (29 augustus 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[naam 8]aan de Staat € 400,00 (vierhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (29 augustus 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 8 (acht) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 11], wonende te Amsterdam, toe, te weten € 500,00 (vijfhonderd), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (29 oktober 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[naam 11]aan de Staat € 500,00 (vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (29 oktober 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 10 (tien) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.