Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure in de zaak HA ZA 17-856 (DPH)
- het proces-verbaal van de verificatievergadering in het faillissement van Rotendo van 20 juli 2017, waarbij het geschil tussen schuldeisers DPH en Riamo is verwezen naar de handelsrol van 6 september 2017 voor de onderhavige (renvooi)procedure,
- de conclusie van eis tot verificatie met producties, van 18 oktober 2017,
- de conclusie van antwoord met producties, van 29 november 2017,
- het tussenvonnis van 21 maart 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 6 juli 2018 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. Van Loon van 18 juli 2018 met opmerkingen op het proces-verbaal.
2.De procedure in de zaak HA ZA 17-857 (Novero Investments)
- het proces-verbaal van de verificatievergadering in het faillissement van Rotendo van 20 juli 2017, waarbij het geschil tussen schuldeisers Novero Investments en Riamo is verwezen naar de handelsrol van 6 september 2017 voor de onderhavige (renvooi)procedure,
- de conclusie van eis tot verificatie met producties, van 18 oktober 2017,
- de conclusie van antwoord met producties, van 29 november 2017,
- het tussenvonnis van 21 maart 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 6 juli 2018 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. Van Loon van 18 juli 2018 met opmerkingen op het proces-verbaal.
3.De feiten in de beide zaken
Selleren anderzijds Novero Investments (destijds nog 8010 Acquisitions B.V. geheten) als
Purchasergesloten een
Schedule8 neergelegde
Set-off Agreementbepaalt het volgende, voor zover voor deze procedure van belang (met “Novero” wordt in dit stuk gedoeld op Rotendo, en met “Purchaser” wordt gedoeld op Novero Investments):
Amendment) van 21 juni 2013 is neergelegd dat de faciliteit van € 13,8 miljoen (genoemd bij punt E sub (ii) van de
Recitalsvan de SPA, alsmede in de Set-off Agreement) eigenlijk € 1
2,8 miljoen bedraagt.
Equity and Liabilitiesvermeld:
4.Het geschil
in de zaak HA ZA 17-856 (DPH)
bridge loans
Working Capital Facility
Provisional Purchase Priceen
Final Purchase Price
5.De beoordeling
in beide zaken
Final Purchase Price(€ 25.000.000).
“provisional set-off against an amount out of the Sellers Payables equal to the Provisional Purchase Price”. Onderdeel van de Seller’s Payables is de
accrued interest(punt E van de Recitals van de SPA), zoals Riamo terecht heeft aangevoerd. Om te komen tot de samenstelling van de voor verrekening met de Provisional Purchase Price benodigde ‘amount out of the Seller’s Payables’ dicteert de volgorde van verrekening dat eerst de bridge loans in de te verrekenen amount worden gebracht (zie randnummer 5.5) en daarbij hoort dus de inmiddels verschenen rente.
definitive offsetting, dat de verrekening in geval van een lagere Final Purchase Price navenant ongedaan gemaakt wordt, wat als consequentie heeft dat Novero Investments haar concrete vorderingen, voor zover de verrekening is mislukt, opnieuw zal moeten innen.
“the set-off has not been taken into account”. De rechtbank verstaat deze passage aldus dat hiermee wordt gedoeld op het nog moeten plaatsvinden van de
“definitive offsetting”zoals bedoeld in artikel 2.4 van de SPA.
6.De beslissing
woensdag 3 april 2019met het doel dat de meest gerede partij de zaak weer op de continuatierol kan brengen door middel van een rolbericht houdende mededeling dat een curator (althans een bevoegd vertegenwoordiger) van DPH door de Zwitserse autoriteiten is benoemd, waarna de zaak op de continuatierol zal worden geplaatst op een roltermijn van vier weken (gerekend vanaf voornoemd rolbericht) voor conclusie van repliek aan de zijde van DPH, waarna Riamo op een roltermijn van vier weken conclusie van dupliek zal mogen nemen,