ECLI:NL:RBAMS:2018:6485

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2018
Publicatiedatum
12 september 2018
Zaaknummer
13/650059-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit en verspreiding van kinderpornografische afbeeldingen en films

Op 12 september 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografische afbeeldingen en films. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 29 augustus 2018, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. A.M. Ruijs, en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging werd gewijzigd, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het bezit en/of verspreiden van afbeeldingen en films met seksuele gedragingen van minderjarigen. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en processen-verbaal van de zedenpolitie, in overweging genomen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte in de periode van 1 juni 2017 tot en met 18 januari 2015 kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had en verspreidde. De rechtbank oordeelde dat het bewezen geachte feit strafbaar was en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf van 240 uren geëist, met als bijkomende straf ontzetting uit de bevoegdheid tot het uitoefenen van het beroep van leerkracht aan minderjarigen. De rechtbank volgde de eis van de officier van justitie en legde de verdachte een gevangenisstraf van 8 maanden voorwaardelijk op, met een proeftijd van 3 jaren, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast werd de verdachte ontzet uit het recht om het beroep van leerkracht aan minderjarigen uit te oefenen voor de duur van drie jaar. De rechtbank oordeelde dat de straf passend was gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/650059-17 (Promis)
Datum uitspraak: 12 september 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1953,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 augustus 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M. Ruijs en van wat verdachte naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Na wijziging van de tenlastelegging op de zitting wordt verdachte – kort gezegd – beschuldigd van het bezit en/of het verspreiden van een aantal afbeeldingen en films die een seksuele gedraging bevatten, waarbij personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt zijn betrokken.
De volledige tekst van de gewijzigde tenlastelegging is opgenomen in bijlage I en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte kinderpornografische films aan [persoon] heeft verzonden en de overige ten laste gelegde kinderpornografisch afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad. Hierbij verwijst de officier van justitie naar de bekennende verklaring van verdachte en het door de zedenpolitie opgemaakte proces-verbaal waarin de foto’s en films worden beschreven en waaruit het kinderpornografisch karakter blijkt.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de ten laste gelegde verspreiding van kinderpornografische films en het bezitten van kinderpornografische afbeeldingen bewezen zijn, gelet op de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte en de door de zedenpolitie opgemaakte processen-verbaal.
De rechtbank zal, overeenkomstig de officier van justitie, een kortere periode bewezen verklaren en acht bewezen dat verdachte in de periode van 1 juni 2017 tot en met 18 januari 2015 kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad en heeft verspreid.

5.Bewezenverklaring

De bewezenverklaring is opgenomen in bijlage II van dit vonnis.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf van 240 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd als bijkomende straf op te leggen de ontzetting uit de bevoegdheid tot het uitoefenen van het beroep van leerkracht aan minderjarigen gedurende de proeftijd.
8.2
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen en verspreiden.
Volgens het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) is ten aanzien van het bezit van kinderporno een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een taakstraf van 240 uur passend. Naast het bezit van kinderporno heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het verspreiden van een aantal kinderpornografische films.
Verdachte heeft niet willen meewerken aan forensisch psychologisch onderzoek en heeft ook overigens geen inzicht willen geven in de achtergrond van zijn gedrag. Verdachte heeft tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis weliswaar deelgenomen aan een behandeling bij De Waag voor mensen die kinderporno downloaden, maar heeft ook hierbij geen daadwerkelijke openheid van zaken gegeven. Dat hij, zoals hij zegt, geen pedoseksuele gevoelens koestert, is – zonder nadere uitleg, die is uitgebleven – in het licht van het aangetroffen materiaal alsook gelet op de tientallen chatgesprekken waarin verdachte spreekt over het uitwisselen van kinderporno en het op gruwelijke wijze misbruiken van kinderen, moeilijk te geloven. Verdachte heeft in het verleden als invalleerkracht lesgegeven op basisscholen. Hij vindt dat zijn bezit van kinderpornografisch materiaal en het lesgeven aan minderjarigen met elkaar te verenigen zijn. De chatgesprekken zijn volgens verdachte niet problematisch omdat het fantasieën betreffen die alleen binnenhuis plaatsvinden. De rechtbank vindt de manier waarop verdachte naar zijn eigen handelen kijkt zorgelijk en getuigen van een gebrek aan openheid en zelfinzicht. Hierin ziet de rechtbank aanleiding om, naast een voorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, een beroepsverbod op leggen en zal verdachte als bijkomende straf ontzetten uit het recht om het beroep van leerkracht aan minderjarigen uit te oefenen voor de duur van drie jaar. Daarnaast dient verdachte een taakstraf van maximale duur te verrichten.
Alles overwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden en zal zij de officier van justitie dan ook in haar vordering volgen.

9.Beslag

Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
1 1.00 STK Computer Kl: Zwart
ASUS
5259608
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot onttrekking aan het verkeer van het goed vermeld op de beslaglijst.
9.1
Onttrekking aan het verkeer
Nu met dit voorwerp het bewezen geachte is begaan en het van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.
Daarnaast is in beslag genomen een tablet (5259628). De tablet is vernietigd zodat teruggave van het goed niet meer mogelijk is, maar wel kan mogelijk een schadevergoeding worden verkregen. Indien verdachte een schadevergoeding wenst te ontvangen, moet hij dit afzonderlijk van deze strafzaak bij het Openbaar Ministerie aangeven.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 28, 36b, 36c, 240b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
8 (acht) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderd twintig) dagen.
Legt als bijkomende straf op de
ontzetting uitde bevoegdheid tot het uitoefenen van het
beroep van leerkracht aan minderjarigengedurende 3 (drie) jaren.
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
1. STK Computer Kl: Zwart
ASUS
5259608
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.E. Spruit, voorzitter,
mrs. L. Voetelink en N. Saanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.P.F. Sneeboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 september 2018.
Bijlage I – Tenlastelegging [verdachte]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]

[...]

[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]

[...]

[...]
[...]
[...]