Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Finsens Makelaardij B.V. en twee gedaagden. Finsens Makelaardij vorderde betaling van courtage van € 13.980,18, omdat de gedaagden tijdens de looptijd van de bemiddelingsopdracht een woning hadden gekocht. De overeenkomst tussen partijen bevatte bepalingen over courtage, waarbij de makelaar recht had op courtage indien de gedaagden een woning kochten, tenzij deze woning zich buiten het afgesproken zoekgebied bevond.
De gedaagden voerden aan dat de gekochte woning niet binnen het zoekgebied viel, zoals vastgelegd in de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst en de toepasselijke NVM-voorwaarden in dit geval bepalend waren. De rechter concludeerde dat de wijk waar de woning zich bevond niet was opgenomen in het zoekgebied en dat de gedaagden redelijkerwijs niet konden verwachten dat deze wijk tot de zoekopdracht behoorde. De vordering van Finsens Makelaardij werd afgewezen, en de makelaar werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in bemiddelingsovereenkomsten en de noodzaak voor makelaars om hun klanten goed te informeren over de voorwaarden waaronder courtage verschuldigd is. De rechter stelde vast dat de gedaagden niet in strijd met de overeenkomst hadden gehandeld door zelf een woning te kopen buiten het afgesproken zoekgebied.