ECLI:NL:RBAMS:2018:6318

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 september 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
6864656 CV EXPL 18-9304
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en bewijs van overeenkomst in civiele procedure

In deze civiele procedure vordert Sign Framing B.V. betaling van een factuur van € 470,69 van gedaagde 1, die zij stelt te hebben geleverd in het kader van een overeenkomst voor het ontwerpen en aanbrengen van snijfolie en een kioskvlag. De procedure is gestart met een dagvaarding op 20 april 2018, waarna verschillende processtukken zijn ingediend, waaronder een conclusie van antwoord en repliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Sign Framing niet voldoende bewijs heeft geleverd dat er een overeenkomst tot stand is gekomen met gedaagde 1. Gedaagde 1 heeft betwist dat er een overeenkomst is aangegaan en heeft aangevoerd dat de bestickering al sinds september 2015 aanwezig is. De kantonrechter oordeelt dat Sign Framing haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd, onder andere omdat er geen werkbon of afleveringsbewijs is overgelegd. De vordering wordt afgewezen en Sign Framing wordt als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten belast.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6864656 CV EXPL 18-9304
vonnis van: 3 september 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sign Framing B.V.

gevestigd te IJsselstein
eiseres
nader te noemen: Sign Framing
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand
t e g e n

1. [gedaagde 1]

gevestigd te [plaats]
gedaagden
nader te noemen: [gedaagde 1]
verschenen bij [gedaagde 2]

2. [gedaagde 2]

wonende te [woonplaats]
gedaagden
nader te noemen: [gedaagde 1]
procederend in persoon

3. [gedaagde 3]

wonende te [woonplaats]
gedaagden
nader te noemen: [gedaagde 1]
verschenen bij [gedaagde 2] .

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter gaat uit van de volgende processtukken en proceshandelingen:
  • de dagvaarding van 20 april 2018 met producties;
  • de conclusie van antwoord;
  • het instructievonnis;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Sign Framing heeft per e-mail een offerte, gericht aan [gedaagde 1] , uitgebracht aan het mailadres [e-mail adres] . De offerte ziet op het ontwerpen en aanbrengen van snijfolie (met logo) en het ontwerpen en leveren van een kioskvlag, inclusief vlaggenstok en stokhouder. Deze offerte wordt op 23 oktober 2017 middels een e-mail van voornoemd mailadres geaccordeerd.
1.2.
Het onder 1.1 genoemde mailadres is van [gedaagde 1] . In de e-mail van 24 oktober 2017 die afkomstig is van dit e-mailadres staat:
Dank voor het voorbeeld. Zou de afbeelding van de tajine op de voorkant iets meer naar rechts kunnen? Eigenlijk net zoals de achterkant. Ik heet trouwens [naam 1] ;)
Bij [gedaagde 1] is niemand werkzaam die [naam 1] heet. Alle andere e-mails zijn niet ondertekend maar bevatten alleen de naam van [gedaagde 1] en de bijbehorende contactgegevens.
1.3.
Na afstemming van de maten en het ontwerp laat Sign Framing op dinsdag 7 november 2017 weten die donderdag langs te komen voor het plaatsen van de bestelling. Naar aanleiding daarvan ontvangt Sign Framing op donderdag 9 november 2017 een e-mail vanaf het mailadres van [gedaagde 1] waarin staat:
Wij zijn er vandaag pas rond een uur of 5. De sleutel van de zaak ligt bij onze buurman van [naam buurman] . Zij zullen de deur openen.
1.4.
Sign Framing heeft vervolgens op 10 november 2017 een factuur opgemaakt ten bedrage van € 470,69 inclusief btw. [gedaagde 1] heeft deze niet betaald. Ook nadat Sign Framing diverse aanmaningen heeft verzonden is betaling uitgebleven
1.5.
Op 26 juni 2018 heeft Sign Framing een e-mail gestuurd aan een medewerker van [naam buurman] , [naam 2] . Daarin vraagt zij:
Beste [naam 2] ,
Kun je mij, zoals telefonisch besproken, per antwoord mail bevestigen dat [naam 3] (eigenaar restaurant [gedaagde 1] ), destijds de dag voorafgaande aan de dag dat wij een sticker kwamen monteren bij het restaurant, de sleutel hiervoor bij julli kwamen langsbrengen zodat wij deze de volgende dag bij jullie konden afhalen?
1.6.
Daarop is door [naam buurman] geantwoord:
ja zeker dat weet ik nog dat jullie alleen binnen waren en de ramen hadden gestikert met la tajinarie---Met vriendelijke groet[naam buurman]

Vordering

2. Sign Framing vordert dat [gedaagde 1] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 470,69 aan hoofdsom;
b. € 70,60 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 10,69 aan rente, berekend tot en met 23 maart 2018;
d. wettelijke handelsrente over € 470,69 vanaf 20 april 2018;
e. de proceskosten.
3. Sign Framing stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij met [gedaagde 1] een overeenkomst is aangegaan met betrekking tot het ontwerpen, leveren en monteren van snijfolie (raamsticker met logo) evenals het ontwerpen en leveren van een kioskvlag, zijnde een dubbelzijdig geprint blockout doek, inclusief vlaggenstok en stokhouder. Dat heeft [gedaagde 1] in antwoord op de dagvaarding ook erkend. [gedaagde 1] heeft voorts de opdracht per e-mail gegeven, middels het e-mailadres [e-mail adres] waarmee zij heeft gecorrespondeerd. De persoon met wie is gecorrespondeerd heeft zich opzettelijk, om onder aansprakelijkheid van de vordering uit te komen, als [naam 1] voorgesteld; dit is een gefingeerde naam. [gedaagde 1] moet aantonen dat dit niet het geval is en er wel een medewerker op de loonlijst staat met de naam [naam 1] .
4. Bovendien had een willekeurige werknemer de opdracht niet aan Sign Framing kunnen verstrekken aangezien alleen een vennoot of gevolmachtigde dermate ingevoerd kan zijn in de exacte afmetingen van vlaggen, bestickering, etc., zoals uit de e-mailcorrespondentie blijkt. Voorts blijkt uit de stukken dat [gedaagde 1] er alles aan heeft gedaan om een ontmoeting met de medewerkers van Sign Framing te ontlopen. Er is bij [gedaagde 1] geen medewerker met de naam [naam 1] werkzaam. De medewerker van [naam buurman] , [naam 2] , bevestigt echter dat Sign Framing alleen bij [gedaagde 1] naar binnen is gegaan en de ramen hebben gestickerd, aldus Sign Framing.

Verweer

5. [gedaagde 1] heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij geen opdracht heeft verstrekt aan Sign Framing en dat de bestickering in het restaurant er al sinds september 2015 zit. Weliswaar is het e-mailadres waarmee over de bestickering en de kioskvlag is gecorrespondeerd van [gedaagde 1] , maar de website is gehackt en er zijn door hackers al eerder e-mails vanaf dit adres verstuurd naar klanten uit de database. In een van de e-mails stelt degene die de mail vanuit het adres [e-mail adres] heeft verstuurd zich voor als [naam 1] , terwijl er niemand bij [gedaagde 1] werkt die [naam 1] heet. [gedaagde 1] heeft überhaupt haar twijfels over de juistheid van de e-mailberichten tussen voornoemd mailadres en Sign Framing en vraagt zich af of de tekst van de e-mails niet is aangepast.
6. Daarnaast kent [gedaagde 1] bij [naam buurman] , die volgens Sign Framing de sleutel van [gedaagde 1] had ontvangen om Sign Framing binnen te laten, niemand met de naam [naam 2] . Uit de e-mail van [naam buurman] blijkt bovendien niet dat deze [naam 2] daadwerkelijk de sleutel heeft afgegeven. Verder blijkt uit de stukken niet wat er met de bestelde kioskvlag met vlaggenstok en stokhouder is gebeurd, wat wel van belang is aangezien de vordering daar mede op ziet, aldus [gedaagde 1] .

Beoordeling

7. Sign Framing vordert nakoming van de overeenkomst die zij stelt met [gedaagde 1] te zijn aangegaan en te hebben uitgevoerd; van het bestaan en de uitvoering van die overeenkomst draagt Sign Framing de bewijslast. [gedaagde 1] betwist niet alleen dat de overeenkomst is aangegaan, maar ook, zo begrijpt de kantonrechter, dat de overeenkomst is nagekomen, nu zij aanvoert dat de bestickering al sinds september 2015 op de ramen zit en dat niet blijkt wat er met de kioskvlag met vlaggenstok en stokhouder is gebeurd.
8. Geoordeeld wordt dat Sign Framing haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Uit de overgelegde stukken blijkt onvoldoende dat Sign Framing uitvoering heeft gegeven aan de gestelde overeenkomst, Sign Framing heeft daartoe alleen een anonieme, ongesigneerde e-mail van [naam buurman] overgelegd, waar de uitvoering en de datum waarop dat zou zijn gedaan onvoldoende uit blijken. Verder ontbreekt bijvoorbeeld een werkbon, evenals een afleveringsbewijs van de vlag. Reeds hierom wordt de vordering van Sign Framing afgewezen.
9. Ten overvloede wordt verder overwogen dat evenmin voldoende is komen vast te staan dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, eens te meer nu partijen het erover eens zijn dat bij [gedaagde 1] geen medewerker met de naam [naam 1] werkzaam is en [gedaagde 1] gemotiveerd heeft aangevoerd dat zij gehackt is (geweest), terwijl Sign Framing geen voldoende gespecificeerd bewijsaanbod heeft gedaan omtrent de totstandkoming van de overeenkomst.
10. Sign Framing wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Sign Framing in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagde 1] tot op heden begroot worden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.