ECLI:NL:RBAMS:2018:6214
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Vaandrager
- P.P.C.M. Waarts
- M. van Beckhoven
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in schietpartij Amsterdam
Op 29 augustus 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een 23-jarige man, die werd verdacht van betrokkenheid bij een schietpartij op 19 januari 2018 op de Burgemeester de Vlugtlaan in Amsterdam. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen. Tijdens de zitting op 15 augustus 2018 heeft de officier van justitie, mr. M. Braber, betoogd dat de verdachte medeplichtig was aan de poging tot doodslag door een wapen aan de medeverdachte te hebben gegeven. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. N. el Farougi, pleitte voor vrijspraak en betwistte de beschuldigingen, wijzend op het gebrek aan bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte.
De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de verbalisant, die de verdachte had gezien met de medeverdachte, niet voldoende waren om te concluderen dat de verdachte het wapen had overhandigd. Er waren geen schotresten op de verdachte aangetroffen en er waren geen getuigen die hem hadden zien schieten. De rechtbank oordeelde dat de veronderstellingen van de verbalisant niet voldoende steun vonden in ander bewijs.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat het bewijs niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld. De rechtbank gelastte tevens de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces.