ECLI:NL:RBAMS:2018:6206
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de voorzieningenrechter in kort geding wegens schijn van partijdigheid
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 17 augustus 2018 een verzoek tot wraking van de voorzieningenrechter mr. F.B. Bakels toegewezen. Het verzoek was ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.C. Bollekamp, naar aanleiding van een kort geding dat op 7 augustus 2018 had plaatsgevonden. Tijdens deze zitting had de voorzieningenrechter een schikkingsvoorstel gedaan, waarbij hij suggereerde dat verzoekster goederen van de wederpartij zou kunnen kopen of afgeven. Deze formulering wekte bij verzoekster de vrees dat de rechter zich al een oordeel had gevormd over de eigendom van de goederen, nog voordat zij haar standpunt had kunnen toelichten. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter in zijn bemiddelende rol voorzichtig had moeten opereren en dat zijn suggestie objectief gezien de schijn van vooringenomenheid wekte. De rechter had niet geprobeerd deze vrees weg te nemen, wat leidde tot de conclusie dat het verzoek tot wraking gerechtvaardigd was. De beslissing om het verzoek toe te wijzen, werd genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die de onpartijdigheid van de rechter waarborgen.