ECLI:NL:RBAMS:2018:5903
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tot verwijdering van koppeling naar lijst geschorste advocaten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 juli 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een voormalig advocaat, had de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) verzocht om verwijdering van de koppeling tussen zijn naam en de lijst van geschorste advocaten, die openbaar is gemaakt op de website van de NOvA. Verzoeker vreesde dat deze koppeling zijn kansen op een nieuwe baan als juridisch dienstverlener zou schaden. De NOvA had eerder, op 15 juni 2018, het verzoek van verzoeker om verwijdering van deze informatie afgewezen, met als argument dat de openbaarmaking van schorsingen een wettelijke verplichting is en dat het belang van transparantie voor rechtzoekenden zwaarder weegt dan de belangen van verzoeker. Tijdens de zitting op 24 juli 2018 heeft de voorzieningenrechter de belangen van beide partijen afgewogen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de NOvA bij het openbaar maken van de tuchtrechtelijke achtergrond van advocaten op dit moment zwaarder weegt dan het belang van verzoeker. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat de NOvA zich in een later stadium in een besluit op bezwaar moet uitlaten over de duur van de publicatie van de informatie. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.