ECLI:NL:RBAMS:2018:5750

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2018
Publicatiedatum
8 augustus 2018
Zaaknummer
C/13/644679 / KG ZA 18-247
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gunningsbeslissing Europese aanbesteding door Schiphol; beoordeling inschrijvingen en motivering

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Fujitsu Technology Solutions B.V. en Schiphol Nederland B.V., met KPN Consulting B.V. als tussenkomende partij. Fujitsu heeft bezwaar gemaakt tegen de gunningsbeslissing van Schiphol met betrekking tot een Europese aanbesteding voor IT-diensten. Fujitsu stelt dat de inschrijvingen van KPN niet marktconform en realistisch zijn, en dat Schiphol de inschrijvingen niet op de juiste wijze heeft beoordeeld. Tijdens de zitting op 17 mei 2018 heeft Fujitsu haar vorderingen gepresenteerd, waarbij zij onder andere vroeg om intrekking van het gunningsvoornemen en een herbeoordeling van de inschrijvingen. Schiphol en KPN hebben verweer gevoerd en de rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de motivering van de gunningsbeslissing en de vraag of de inschrijvingen van KPN aan de eisen voldeden.

De rechtbank oordeelde dat Schiphol voldoende aan zijn motiveringsplicht had voldaan door de relevante redenen voor de gunningsbeslissing te verstrekken. Ook werd vastgesteld dat de inschrijvingen van KPN niet onrealistisch of niet marktconform waren, en dat Schiphol een adequaat verificatieonderzoek had uitgevoerd. De rechtbank wees de vorderingen van Fujitsu af en veroordeelde haar in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van transparantie en gelijkheid in het aanbestedingsrecht, evenals de verantwoordelijkheden van inschrijvers om hun aanbiedingen te onderbouwen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/644679 / KG ZA 18-247 MV/TF
Vonnis in kort geding van 1 juni 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUJITSU TECHNOLOGY SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Maarssen,
eiseres bij dagvaarding van 12 maart 2018,
advocaat mr. M.W.J. Jongmans te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHIPHOL NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Schiphol,
gedaagde,
advocaat mr. R. van Tricht te Amsterdam,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KPN CONSULTING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
tussenkomende partij,
advocaat mr. J.F. Nouhuys te Rotterdam,
Partijen zullen hierna Fujitsu, Schiphol en KPN worden genoemd.

1.De procedure

Voorafgaand aan de behandeling van de zaak ter zitting van 17 mei 2018 heeft KPN een incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging aan de zijde van het Schiphol ingediend. Ter zitting is de tussenkomst, waartegen geen bezwaar is gemaakt, toegestaan.
Ter zitting heeft Fujitsu gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Schiphol en KPN hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Alle partijen hebben pleitnota’s in het geding gebracht en Fujitsu en Schiphol eveneens producties.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren voor zover van belang aanwezig:
aan de zijde van Fujitsu: [naam medewerker 1] (Head of Legal & Commercial BeNeLux), [naam medewerker 2] (Medewerker Account Management) met mr. Jongmans,
aan de zijde van Schiphol: [naam medewerker 3] (Senior Inkoper) met mr. Van Tricht en zijn kantoorgenoot mr. H. van Ginkel,
aan de zijde van KPN: [naam medewerker 4] (Manager) met mr. Van Nouhuys.

2.De feiten

2.1.
Schiphol heeft een Europese aanbesteding gehouden voor Perceel 1:IT Servicedesk; Perceel 2: Managed Services; Perceel 3: Beheer en ontwikkeling Digital Workplace en Perceel 4: Ontwikkeling Digital Workplace. Het betrof een onderhandelingsprocedure met aankondiging vooraf.
De aanbesteding is aangekondigd op TenderNed. Op de aanbesteding is het Aanbestedingsreglement Nutssectoren 2016 (ARN 2016) van toepassing.
Op 6 november 2017 heeft Schiphol de Uitnodiging tot Inschrijving (UtI) gepubliceerd. Hierin is in paragraaf 5 bepaald dat als gunningscriterium de beste prijs-kwaliteitverhouding geldt, waarbij kwaliteit voor 60% meeweegt en prijs voor 40%.
2.2.
In paragraaf 2.7.4 van de UtI staat:
Inhoud:De Inschrijving wordt uitsluitend beoordeeld indien deze niet strategisch en/of manipulatief is.
In Paragraaf 3.2. “Beoordeling” van de UtI staat onder 3:
De beoordeling wordt uitgevoerd volgens de methode ‘Paarsgewijze vergelijking’ (bij Gunningscriterium Kwaliteit) en ‘Relatieve vergelijking’ (bij Gunningscriterium Prijs).
Alle Inschrijvingen worden beoordeeld door een onafhankelijk, multidisciplinair beoordelingsteam. (..)
De reactie van ieder van de Inschrijvers op de Gunningscriteria zal individueel door de leden van het beoordelingsteam beoordeeld worden. Elke deskundige (..) zal Inschrijvingen paarsgewijs met elkaar vergelijken. (..)
Vervolgens worden tijdens een gemeenschappelijk overleg de verschillende beoordelingen per Gunningscriterium Kwaliteit doorgenomen en besproken.
Op basis van dit overleg wordt daarna per Gunningscriterium een unaniem totaaloordeel opgesteld (..). Aan de Inschrijver met het beste antwoord voor het betreffende Gunningscriterium wordt het volledige puntenaantal toegekend (..). Aan de overige wordt geen punten toegekend op dit Gunningscriterium. Indien er 2 of meer Inschrijvers vergelijkbaar (als beste) scoren op een Gunningscriterium wordt aan deze 2 of meer Inschrijvers deze punten in zijn volledigheid toegekend.
In Paragraaf 5 “Gunningscriteria” staat voor zover van belang het volgende:
(..)
(..)
2.3.
De gunningscriteria bij het gunningscriterium Prijs omvatten de volgende aspecten:
1. Vergoeding ADienst 1 (a,b,c,d.e,f,g,h,j) en Dienst 5
2. Vergoeding BDienst 1i
3. Vergoeding C:Dienst 2
4. Vergoeding D:Dienst 4
5. Vergoeding E:Dienst 3, 6, 7 en 8
De betreffende Diensten worden omschreven in bijlage 1 Dienstverlening IT Servicedesk op p. 3 en 4. Het gaat om 1) In behandeling nemen van Incidenten (onderverdeeld in sub a tot en met j) 2) Oplossen van Standaard Incidenten 3) Toetsen Uitvraagscripts en Werkinstructies 4) Werkzaamheden ten behoeve van (niet) Standaard Changes 5) Registreren en routeren van Gebruikersvragen 6) Vendor rating, Service performance bijeenkomsten en rapporteren 7) Signaleren en rapporteren van Problems en 8) Signaleren en rapporteren van trends.
In paragraaf 5.1 wordt per gunningscriterium het aantal te behalen punten vermeld en wordt verwezen naar artikel 4.8 tot en met 4.12 van de als bijlage bij de UtI gevoegde concept Overeenkomst waarin een toelichting staat. Daarnaast wordt de wijze van beoordelen vermeld.
Bijvoorbeeld over vergoeding A staat in de paragraaf het volgende:
Voor vergoeding B en E is bij de beoordeling vermeld dat voor de bijbehorende prijscomponenten een vergelijking plaatsvindt ten opzichte van de Inschrijver met de laagste prijs.
2.4.
In paragraaf 5.2 “Perceel 2” van de UtI staat (ongeveer) dezelfde wegingsmethode als voor Perceel 1 vermeld. Afwijkend is dat het gunningscriterium Kwaliteit bestaat uit 16 criteria en het gunningscriterium Prijs uit 10 criteria en verwezen wordt naar bijlage 14 bij de UtI en de artikelen 4.9 tot en met 4.18 van de concept overeenkomst.
Op pagina 25 van de UtI wordt vermeld:
(..) de bij Vergoeding J opgegeven uurtarieven moet realistisch en marktconform zijn (..)
2.5.
Fujitsu, de huidige ICT dienstverlener van Schiphol, heeft op de Percelen 1 en 2 ingeschreven.
2.6.
Bij voorlopig gunningsvoornemen van 9 februari 2018 heeft Schiphol aan Fujitsu meegedeeld dat op Perceel 1 KPN als eerste is geëindigd en Fujitsu als tweede en dat op Perceel 2 KPN als eerste is geëindigd en Fujitsu als derde.
Behalve op Perceel 2 waar een andere inschrijver als tweede is geëindigd, waren er geen andere inschrijvers op beide Percelen.
In de brief staat voor zover van belang het volgende:
Over Perceel 2 staat in de brief bij de uitslag voor gunningscriterium Prijs:
2.7.
Bij brieven van 16 februari 2018 heeft Fujitsu per Perceel bezwaar gemaakt tegen het gunningsvoornemen
.Zij acht de beslissing onvolledig, althans ondeugdelijk gemotiveerd, is van oordeel dat sprake is van een kennelijke onjuiste beoordeling en meent dat de prijzen van de winnende inschrijvingen van KPN onrealistisch en niet marktconform zijn.
In de brief over Perceel 1 staat onder 16 voor zover van belang het volgende:
Ter toelichting, uit de Afwijzingsbrief volgt dat Fujitsu op het onderdeel Kwaliteit enkel bij criterium 1 (..) niet het beste antwoord heeft gegeven. Door de beste beantwoording van criteria 2 t/m 14 heeft Fujitsu op het onderdeel Kwaliteit
54 puntengescoord (90 x 0,6). Voor de overige inschrijvers geldt dat zij op het onderdeel Kwaliteit maximaal de resterende punten hebben kunnen scoren. Bij die stand van zaken moet worden geconcludeerd dat Fujitsu de BPKV inschrijver is. (..)
2.8.
Bij brieven van 20 februari 2018 heeft Schiphol per Perceel de bezwaren van Fujitsu afgewezen. In beide brieven heeft Schiphol meegedeeld dat zij heeft beschreven welke kenmerken en relatieve voordelen de hoogste inschrijving heeft en dat de conclusie van Fujitsu in de brief van 16 februari 2018 over Perceel 1 onder 16 onjuist is. Schiphol heeft daarnaast inzage gegeven in het door de inschrijvers aantal behaalde punten op het onderdeel prijs en kwaliteit.
In de brief over Perceel 1 staat:

3.Het geschil

3.1.
Fujitsu vordert samengevat - Schiphol op straffe van een dwangsom:
primair
I. Ten aanzien van Perceel 1:
a. te gebieden om haar gunningsvoornemen in te trekken;
b. te gebieden de inschrijving van KPN als ongeldig aan te merken en terzijde te stellen;
c. te verbieden de opdracht te gunnen aan een ander dan Fujitsu;
d. te gebieden de opdracht te gunnen aan Fujitsu, althans te gebieden aan alle inschrijvers een nieuw gunningsvoornemen te sturen, waarin Fujitsu als voorlopige winnaar van Perceel 1 wordt aangemerkt, onder vaststelling van een nieuwe rechtsmiddelentermijn;
II. Ten aanzien van Perceel 2:
a. te gebieden om haar gunningsvoornemen in te trekken;
b. te gebieden de inschrijving van KPN als ongeldig aan te merken en terzijde te stellen;
c. te gebieden de inschrijvingen van Fujitsu en overige geldige inschrijvingen te laten beoordelen door een nieuw beoordelingsteam dat onafhankelijk is van Schiphol, met inachtneming van dit vonnis;
d. te gebieden na de hiervoor genoemde herbeoordeling een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing te nemen.
subsidiairTen aanzien van Perceel 1 en 2
III te gebieden om de aanbesteding te staken en gestaakt te houden; en
IV te gebieden in overeenstemming met het (Europese) aanbestedingsrecht één of meer heraanbestedingen te organiseren, indien Schiphol de opdracht nog wenst te gunnen, waaraan Fujitsu als gegadigde mag deelnemen;
Tot slot vordert Fujitsu Schiphol te veroordelen in de proceskosten (inclusief nakosten), te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Fujitsu stelt hiertoe het volgende.
Het gunningsvoornemen van Schiphol ten aanzien van beide Percelen voldoet niet aan de eisen. De motivering is ondeugdelijk en beperkt zich tot algemeenheden die Fujitsu niet kan verifiëren. Fujitsu wil inzage in de daadwerkelijke motivering en inzicht in de relatieve voordelen van de winnende inschrijvingen ten opzichte van die van haar.
KPN heeft voorts in strijd gehandeld met de instructie van Schiphol dat alle opgegeven prijzen (vergoedingen) voor alle individuele werkzaamheden realistisch en marktconform moeten zijn. Zij voldoet dus niet aan de eisen en voorwaarden die in de UtI worden gesteld en mag niet in aanmerking komen voor gunning. Schiphol dient de inschrijvingen van KPN uit te sluiten. Er is geen andere verklaring voor de enorme prijsverschillen tussen Fujitsu en KPN dan dat KPN aan prijsdumping heeft gedaan. Fujitsu heeft op haar beurt zeer scherp ingeschreven. Er was geen ruimte om nog lager in te schrijven. Nu het exacte percentage van het prijsverschil niet wordt gegeven, kan het zijn dat het prijsverschil op verschillende onderdelen aanzienlijk meer bedraagt dan 20%. Fujitsu heeft recent haar uurtarieven nog laten analyseren. Hieruit bleek dat haar servicedesk-tarieven ca. 2-7% onder de gemiddelde tarieven in Nederland liggen. Nu het in deze aanbesteding voornamelijk om de uurtarieven gaat, is het de vraag hoe het kan dat KPN met zo’n lage prijs heeft ingeschreven. Niet gebleken is voorts dat Schiphol heeft onderzocht of de prijzen realistisch en marktconform waren. Voor zover dat onderzoek wel heeft plaatsgevonden, is daarover geen duidelijkheid verschaft. Daarnaast zijn de inschrijvingen ook nog strategisch, manipulatief en abnormaal laag te noemen en hadden deze ook om die reden moeten worden uitgesloten van inschrijving.
Al het voorgaande geldt ook voor Perceel 2. Dat KPN zich niet heeft gehouden aan het voorschrift omtrent marktconforme en realistische prijzen blijkt op dit onderdeel bovendien uit de aanbieding van Conclusion B.V. die op de tweede plaats is geëindigd en ook gemiddeld 20% duurder is dan KPN.
Tot slot is sprake van een ondeugdelijke beoordeling van de inschrijvingen.
3.3.
Schiphol en KPN voeren verweer. Hierop wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.4.
KPN vordert - samengevat na vermindering van eis - de vorderingen van Fujitsu niet-ontvankelijk te verklaren, althans deze af te wijzen en haar te veroordelen in de proceskosten en nakosten.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van Fujitsu vloeit voort uit de aard van de vorderingen en is door Schiphol en KPN ook niet bestreden.
4.2.
Ter zitting heeft Fujitsu desgevraagd toegelicht dat dit kort geding zich toespitst op de vragen of
1) de motivering van de gunningsbeslissing voldoet aan de eisen en of
2) de inschrijvingen van KPN qua prijs wel marktconform en realistisch zijn of dat KPN heeft ingeschreven met een abnormaal lage prijs, en of
3) Schiphol de inschrijvingen op juiste wijze heeft beoordeeld aangezien het volgens Fujitsu onbegrijpelijk is dat zij en KPN bij het grootste deel van de selectiecriteria een gelijk aantal punten hebben gekregen.
De beoordeling is gericht op de beantwoording van deze vragen.
Motivering gunningsbeslissing
4.3.
Uit artikel 2.130 Aw - dat (al dan niet analoog) van toepassing is - blijkt dat een aanbestedende dienst gehouden is de inschrijvers te informeren over de relevante redenen voor de beslissing, waaronder in ieder geval de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving. Deze verplichting dient om een doeltreffende rechtsbescherming van de betrokken inschrijvers tegen het gunningsbesluit mogelijk te maken.
In haar brief van 9 februari 2018 heeft Schiphol voor beide Percelen bij het gunningscriterium Kwaliteit de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijvingen van KPN vermeld. Schiphol heeft op de relevante kwaliteitscriteria waarop Fujitsu minder heeft gescoord een toelichting gegeven. Schiphol heeft voorts bij het gunningscriterium Prijs per Vergoeding globaal weergegeven in hoeverre de inschrijving van Fujitsu afweek van het rekenkundige gemiddelde of de laagste inschrijving. In haar brieven van 20 februari 2018 heeft Schiphol een nadere toelichting gegeven door voor beide percelen een overzicht van het aantal toegekende punten te verstrekken, alsmede de totaalscore mee te delen. Hiermee heeft Schiphol voldoende aan de motiveringsplicht voldaan.
Schiphol heeft geweigerd de door Fujitsu verzochte inzage in het rekenkundig gemiddelde en het niveau van de laagste inschrijver te verstrekken. Aannemelijk is dat zij gerechtigd was dat te doen. Van Schiphol kan op grond van artikel 2:138 sub c Aw niet worden gevergd dat zij bedrijfsgevoelige informatie verstrekt. Met betrekking tot Perceel 1 hadden alleen KPN en Fujitsu ingeschreven. Met betrekking tot Perceel 2 schreven slechts drie partijen in. Gelet op dit beperkte aantal inschrijvers had bekendmaking van het rekenkundig gemiddelde of de laagste prijs ertoe geleid dat de prijzen waarmee KPN had ingeschreven bij Fujitsu bekend zouden zijn geworden. Schiphol heeft zich er terecht op beroepen dat inzage de concurrentiepositie van KPN ten opzichte van Fujitsu te zeer zou schaden.
Marktconforme en realistische prijs
4.4.
Uit het aanbestedingsrechtelijke transparantie- en gelijkheidsbeginsel vloeit voort dat als inschrijvers niet voldoen aan eisen en voorwaarden in de aanbestedingstukken hun inschrijvingen terzijde moeten worden gelegd.
Vast staat dat Schiphol op pagina 22 en 25 in de UtI voor beide Percelen heeft vastgelegd dat de door de inschrijvers opgegeven prijzen (Vergoedingen) realistisch en marktconform moeten zijn. Verder is bepaald dat de prijscomponenten binnen een vergoeding op een realistische wijze gealloceerd moet zijn. Deze eisen en voorwaarden beogen mede de belangen van Fujitsu als inschrijvende partij te beschermen. In de UtI staat voorts dat een Inschrijver op verzoek van Schiphol in het kader van een verificatieonderzoek de prijsopbouw inzichtelijk en transparant moet maken zodat Schiphol kan controleren of hieraan is voldaan.
4.5.
Fujitsu stelt dat de inschrijvingen van KPN niet realistisch en marktconform zijn en dat Schiphol onvoldoende verificatieonderzoek heeft verricht. KPN en Schiphol betwisten dit. KPN stelt zelfs nog een marge te kunnen behalen op basis van de door haar aangeboden prijzen.
Bij beantwoording van de vraag of een inschrijving irreëel of niet marktconform is, is een terughoudende beoordeling op zijn plaats. Het is aan de eisende partij om eerst voldoende concreet te stellen, en zo nodig met stukken te onderbouwen, dat haar concurrent een niet realistische en/of marktconforme inschrijving heeft gedaan en om concreet uiteen te zetten waarom haar inschrijving niet gestand kan doen. Pas als twijfel mogelijk is over het realistische gehalte van de inschrijving dient de aanbestedende dienst voldoende inzichtelijk te maken dat en waarom aan de door haar gestelde eisen en voorwaarden wordt voldaan.
4.6.
Fujitsu heeft onvoldoende aanknopingspunten naar voren gebracht op grond waarvan gerede twijfel kan ontstaan over de vraag of de inschrijvingen van KPN reëel of marktconform zijn. De enkele stelling dat de prijzen van KPN in nagenoeg alle gevallen (veel) meer dan 20% afwijken van de eigen aanbiedingen is niet voldoende. Fujitsu stelt weliswaar dat zij zelf een zo scherp mogelijke aanbieding heeft gedaan, maar heeft nagelaten te onderbouwen waarom haar inschrijvingen tot maatstaf genomen zouden moeten worden. Dat Fujitsu het zittende ICT bedrijf is en als geen ander weet uit welke kostencomponenten haar eigen dienstverlening bestaat brengt niet zonder meer mee dat de aangeboden lagere prijzen van KPN niet realistisch of marktconform kunnen zijn. Fujitsu heeft niet concreet uitgelegd hoe zij zelf de kosten binnen haar bedrijf heeft gealloceerd en tot een bepaald uurtarief is gekomen en waarom dit als ‘bodemtarief’ moet worden aangemerkt. Zij heeft niet teruggegrepen op de voor een buitenstaander ingewikkelde wijze van inschrijven. Zij had bijvoorbeeld aan de hand van de onder 2.3 genoemde Diensten concreet en gespecificeerd uiteen kunnen zetten waarom zij (mede gezien de kostenstructuur) voor een bepaald uurtarief heeft gekozen en waarom een andere allocatie van kosten niet kostendekkend, irreëel en/of niet marktconform kan zijn.
Fujitsu heeft nog betoogd dat zij recent haar uurtarieven door een bedrijf heeft laten analyseren en dat daaruit bleek dat haar servicedesktarieven circa 2-7% onder de gemiddelde tarieven in Nederland liggen. Fujitsu heeft dit onderzoek echter niet overgelegd waardoor het niet kan worden geverifieerd. Bovendien kan deze uitkomst zich niet direct vertalen naar deze aanbesteding, althans de toelichting daarop ontbreekt.
4.7.
Schiphol heeft een verificatieonderzoek naar de inschrijvingen van KPN gedaan. Voorshands is aannemelijk is dat een behoorlijke controle heeft plaatsgevonden. Volgens Schiphol hebben verificatiegesprekken plaatsgevonden en is aan KPN gevraagd hoe zij haar inschrijvingen gestand zal doen. Volgens Schiphol betroffen het logisch aanbiedingen en is voldoende aannemelijk gemaakt dat een marge voor KPN overbleef. Dat laatste heeft KPN op de zitting uitdrukkelijk beaamd. Volgens Schiphol heeft KPN marktconform, binnen de bandbreedte waarbinnen prijzen bewegen, ingeschreven. Het onderzoek is door een team van eigen experts van Schiphol gedaan, aldus Schiphol. Er zijn geen aanwijzingen dat Schiphol in haar onderzoek tekort is geschoten.
De conclusie is dat voorshands niet aannemelijk is geworden dat de inschrijvingen van KPN niet realistisch en marktconform is en dat Schiphol geen of onvoldoende verificatieonderzoek heeft verricht.
4.8.
Gezien het voorgaande kan buiten bespreking blijven of per Perceel sprake is van een abnormaal lage inschrijving, of van een strategisch/manipulatieve inschrijving, alsmede of Fujitsu op de hierop betrekking hebbende bepaling in de Aw, die strekt ter bescherming van de aanbestedende dienst, een beroep kan doen.
Gelijk aantal punten
4.9.
In haar gunningsvoornemen van 9 februari 2018 heeft Schiphol bij Perceel 1 als relevant criterium waarop de inschrijving van Fujitsu minder scoorde alleen kwaliteitscriterium 1 genoemd en daarbij een omschrijving gegeven (zie onder 2.6).
Fujitsu trekt hieruit de conclusie dat zij op de overige criteria 2 tot en met 14 het beste heeft gescoord en daarvoor 54 punten (90x0,6) had moeten krijgen. Volgens haar staat daar tegenover dat de overige inschrijvers op Kwaliteit slechts 6 punten (10x0,6) hebben gescoord. In dat geval moet Fujitsu de inschrijver met de beste prijs-kwaliteitverhouding zijn, aldus Fujitsu.
Schiphol heeft in haar beslissing op bezwaar van 20 februari 2018 geschreven dat deze conclusie onjuist is en daarbij verwezen naar p. 18 UtI waarin staat: Indien er 2 of meer inschrijvers vergelijkbaar (als beste) scoren op een Gunningscriterium wordt aan deze 2 of meer Inschrijvers deze punten in zijn volledigheid toegekend. Zij stelt voorts dat op de gunningscriteria 3,5,6,7,8,9,10,11,13 en 14 zowel aan Fujitsu als KPN hetzelfde aantal punten is toegekend. KPN is vervolgens als de inschrijver met de beste prijs-kwaliteitverhouding uit de bus gekomen.
Deze uitleg is bevredigend. Deze wijze van puntentoekenning wordt immers in de aanbestedingstukken beschreven en het argument van Schiphol dat het niet verwonderlijk is dat Fujitsu en KPN op Perceel 1 op zoveel criteria evengoed hebben gescoord, is terecht opgeworpen. Daarbij is in ogenschouw genomen dat niet is betwist dat de werkzaamheden voor Perceel 1 onderdeel uitmaken van een dermate gestandaardiseerd proces dat er maar weinig ruimte bestaat voor markpartijen om zich op het punt van de kwaliteit te onderscheiden.
Dat Schiphol dit onderdeel onjuist heeft beoordeeld is niet aannemelijk geworden.
Of Fujitsu gezien het aantal te behalen punten de aanbesteding überhaupt had kunnen winnen als zij op dit onderdeel in het gelijk was gesteld, kan buiten bespreking blijven.
4.10.
Gelet op het voorgaande heeft Schiphol terecht de inschrijvingen van KPN meegenomen in de verdere beoordeling en is niet gebleken van een onjuiste beoordeling. De primaire en subsidiaire vorderingen van Fujitsu voor de Percelen 1 en 2 zullen dan ook worden afgewezen.
4.11.
Fujitsu zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld van zowel Schiphol als KPN. De kosten worden zowel aan de zijde van Schiphol als KPN begroot op:
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.606,00
4.12.
De door KPN gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook op de navolgende wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Fujitsu in de proceskosten, zowel aan de zijde van Schiphol als aan de zijde van KPN tot op heden begroot op € 1.606,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.3.
veroordeelt Fujitsu aan de zijde van KPN in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt
te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2018. [1]

Voetnoten

1.type: GHF