Op 27 juli 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 14 maart 2017 in Amsterdam vervalste reisdocumenten en identiteitsbewijzen in zijn bezit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een Grieks rijbewijs, een Griekse identiteitskaart, een Bulgaars paspoort en een Bulgaars rijbewijs, waarvan hij wist dat deze vervalst waren. De zaak kwam aan het licht tijdens een politieonderzoek naar spookburgers, waarbij verbalisanten op het adres van de verdachte aanbelden en hem vroegen om binnen te komen. Tijdens de doorzoeking van de woning, waar de verdachte zich bevond, werden meerdere vervalste documenten aangetroffen.
De rechtbank oordeelde dat de politie rechtmatig de woning was binnengetreden en dat de doorzoeking op basis van de gegeven toestemming van de medeverdachte, die de bewoner was, ook rechtmatig was. De verdediging voerde aan dat er sprake was van onrechtmatige binnentreding en dat de verdachte niet correct was geïnformeerd over zijn rechten, maar de rechtbank verwierp deze argumenten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan en dat er geen sprake was van vormverzuimen die het bewijs zouden uitsluiten.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie maanden geëist, en de rechtbank volgde deze eis, waarbij zij rekening hield met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest, en verklaarde dat de tijd die de verdachte in verzekering had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de straf.