Op 29 november 2011 hebben partijen een overeenkomst gesloten, waarin staat dat partijen:
“KOMEN ALS VASTSTAAND OVEREEN DAT:
• De Bank aan Cliënt een vaste geldlening, groot EUR 1.950.000,- heeft verstrekt;
• Cliënt ten behoeve van deze geldlening, de woning aan de [adres] , te
[gemeente] , in hypotheek aan de Bank heeft gegeven;
• Cliënt ten behoeve van deze geldlening zich tevens heeft verbonden liquiditeiten en/of
effecten bij de Bank aan te houden met een dekkingswaarde van tenminste
EUR 330.000 (hierna te noemen: (“Dekkingseis”);
• De Cliënt momenteel aan de Dekkingseis voldoet door een creditsaldo van 574.407,03
USD aan te houden, in combinatie met een debetsaldo van EUR 91.325;
• Dat op basis van een USD/EUR koers van 1,3633 (per 9 november 2011) de
daadwerkelijk aangehouden liquiditeiten en/of effecten per saldo EUR 330.011,-
bedragen (per 9 november 2011).
• Cliënt, vanwege de valuta koersfluctuaties van de US dollar ten opzichte van de Euro, in
het verleden herhaaldelijk in verzuim is geraakt in zijn verplichting om te voldoen aan de
Dekkingseis, en in de toekomst wederom in verzuim kan geraken;
• De Bank Cliënt herhaaldelijk erop heeft gewezen dat zij, in het bijzonder uit hoofde van
de op haar rustende zorgplicht, niet (langer) kan toestaan dat Cliënt niet voldoet aan de
Dekkingseis;
• De Bank als gevolg hiervan voornemens is het bedrag van 574.407,03 USD om te
wisselen in Euro’s (tegen de koers van het moment van omwisseling) en die Euro’s te
gebruiken om het Euro debetsaldo aan te zuiveren en voor het overige de vaste
geldlening gedeeltelijk af te lossen (hierna: “Omwisseling”);
• Cliënt, in de overtuiging dat op de Bank geen zorgplicht zou rusten, de Bank herhaaldelijk
heeft ontslagen uit haar (mogelijke) aansprakelijkheid, in het bijzonder uit hoofde van de
een op de Bank rustende zorgplicht;
• De Bank het ontslag door Cliënt van de Bank uit haar aansprakelijkheid accepteert;
• Cliënt zich niet kan verenigen met (de beweegredenen voor) het voornemen van de Bank
om tot Omwisseling over te gaan;
• Partijen erkennen dat bovenvermelde situatie van valuta koersfluctuaties, die herhaalde
overschrijding van het overeengekomen kredietmaximum ten gevolge hebben, niet
langer ongeoorloofd kan plaatsvinden;
• Partijen wensen thans de tussen hun bestaande rechtsverhouding als volgt nader in te
vullen;