In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 januari 2018 uitspraak gedaan in een jeugdbeschermingszaak betreffende een minderjarige, geboren in 2006. De zaak betreft een verzoek van de Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) om de verblijfplaats van de minderjarige te wijzigen van de pleegmoeder naar de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 6 januari 2016 onder toezicht staat en in een pleegzorgvoorziening verblijft. JBRA heeft verzocht om wijziging van de verblijfplaats, mits De Bascule een positief advies geeft. De pleegmoeder heeft een zelfstandig verzoek ingediend om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen.
Tijdens de zitting op 17 januari 2018 zijn de moeder, pleegmoeder en vertegenwoordigers van JBRA gehoord. De kinderrechter heeft overwogen dat de minderjarige in een loyaliteitsconflict verkeert tussen de moeder en de pleegmoeder. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verzoeken van JBRA en de pleegmoeder niet konden worden toegewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat JBRA geen belang meer had bij het verzoek tot wijziging van de verblijfplaats, omdat de machtiging tot uithuisplaatsing op 19 januari 2018 was verlopen. De kinderrechter heeft de pleegmoeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing.
Om de belangen van de minderjarige te beschermen, heeft de kinderrechter besloten een bijzondere curator te benoemen, mevrouw mr. D.J.I. Kroezen, voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft de bijzondere curator verzocht om uiterlijk te rapporteren aan de rechtbank. De beschikking is openbaar uitgesproken en hoger beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.