Op 9 mei 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het aanwezig hebben van 13 kilogram cocaïne op 14 december 2017 te Amsterdam. Het onderzoek begon na informatie uit Engeland over een Peugeot met een Bulgaars kenteken die betrokken zou zijn bij het transport van cocaïne. De politie trof de verdachte aan als bestuurder van de vrachtauto, waarachter in een verborgen ruimte 13 blokken cocaïne werden aangetroffen. Tijdens de zitting op 26 april 2018 heeft de officier van justitie, mr. Z. Trokic, de vordering gedaan, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. M.A.M. Pijnenburg, hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde feit bewezen kon worden, mede op basis van observaties en chatgesprekken van de verdachte. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 26 maanden op, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen strafblad had in Nederland en de Nederlandse taal niet sprak. De rechtbank verklaarde het voorwerp, een vrachtauto, verbeurd, omdat het gebruikt was bij het bewezen geachte feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.