ECLI:NL:RBAMS:2018:4916
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens uitgeven van vals geld door verdachte
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit van het uitgeven van valse bankbiljetten. De zaak betreft een incident dat zich heeft voorgedaan tussen 15 februari 2016 en 17 mei 2016 in Apeldoorn. De rechtbank heeft op 3 juli 2018 uitspraak gedaan na een zitting op 19 juni 2018, waar de officier van justitie, mr. S. van der Veen, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. P.A.Th. Lemmers, hun standpunten hebben gepresenteerd.
De tenlastelegging hield in dat de verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan het medeplegen van het uitgeven van valse bankbiljetten. De rechtbank heeft de bewijsvoering kritisch beoordeeld, met name de herkenning van de verdachte op camerabeelden door verbalisant [verbalisant]. De verdediging heeft betwist dat de verdachte de persoon op de beelden is en heeft aangevoerd dat de herkenning niet betrouwbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de herkenning niet voldeed aan de vereisten voor een betrouwbare gezichtsvergelijking, omdat het onduidelijk bleef op welke kenmerken de herkenning was gebaseerd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat de betrokkenheid van de verdachte bij de feiten niet voldoende was onderbouwd, waardoor het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.