Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser sub 2],
[gedaagde sub 6],
[gedaagde sub 7],
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 juli 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het tussenvonnis van 24 januari 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 25 april 2018.
2.De feiten
Registered Subordinated Notes, financiële instrumenten uitgegeven door Norwin, de partij die centraal zou staan in het uitvoeringsmechanisme voor de dividendbelastingarbitrage. Genoemde
Notesgeven een recht op terugbetaling van de hoofdsom vermeerderd met rente, met dien verstande dat de hoogte van het terug te betalen bedrag afhankelijk is van de waarde van het vermogen en de beschikbare middelen van Norwin.
Notesovergegaan tot het openen van
trading accountsbij handelshuis ED&F Man en tot het opzetten van de voor de beleggingstransacties benodigde fiscale en juridische structuren. Een belangrijk onderdeel hiervan was dat Norwin toegang verkreeg tot de
clearing-faciliteiten van ED&F, wat ook is gebeurd.
clearing-faciliteiten van ED&F voor nieuwe beleggingstransacties.
clearing-faciliteiten als volgt bericht aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] , met kopie aan [gedaagde sub 7] :
Notesgesloten onder uitkering van € 300.000 aan [eisers] (€ 150.000 elk).
3.Het geschil
in conventie
clearing-faciliteiten verloor was een bedrag van € 95.000 (komende uit het door [eisers] in het Fonds belegde bedrag van € 600.000) besteed aan operationele kosten van Norwin. [eisers] maken IJzerhart c.s. ten aanzien van het besteden van die € 95.000 ook geen verwijt gemaakt. De operationele kosten liepen vanaf dat moment nog wel door, maar waren beperkt van omvang. Bovendien beloofden IJzerhart c.s. verdere kosten te zullen beperken en waar mogelijk te bevriezen (zie de brief van 6 mei 2014). In de maanden nadat partijen waren overeengekomen dat € 300.000 zou worden teruggestort aan [eisers] is regelmatig gecorrespondeerd over het voortzetten dan wel wijzigen dan wel staken van de beleggingsactiviteiten (en dus het terugbetalen van het aanwezige bevroren restant van € 205.000). IJzerhart c.s. (en in het bijzonder [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7] ) hebben meerdere keren gegarandeerd dat het bedrag van € 205.000 aan [eisers] zou worden terugbetaald. Gebleken is dat de € 205.000 niet bevroren is. Het geld is besteed aan:
- het in de hoop op betere tijden in de lucht houden van de complete en verlieslatende onderneming / organisatiestructuur (huur, salaris, belastingen, energiekosten, lunch, benzine, kantoorkosten etc.) terwijl men wist of behoorde te weten dat die tijden nooit zouden komen,
- zaken die niet waren afgesproken en niet een directe relatie met het Fonds hadden (salaris voor de echtgenote van [gedaagde sub 6] [naam echtgenote] ), voor [gedaagde sub 7] en voor een boekhouder die, nota bene, medio 2014 in dienst werd genomen ( [naam boekhouder] )) en
- zaken die in het geheel geen verband houden met het Fonds (supermarkten, tankstations in binnen- en buitenland, een ijssalon, een fietswinkel en cadeaubijdragen).
- i) de voorwaarden van het Fonds (dat wil zeggen: het ten onrechte gebruiken van voor beleggingsdoeleinden geoormerkt geld voor financiering van de operatie /
- ii) de beloften tot (a) terugbetaling van de € 205.000 en/of (b) bevriezing van alle kosten,
4.De beoordeling
in conventie
clearing-faciliteiten, zou proberen de handelsfaciliteiten te laten heropenen dan wel de transacties elders onder te brengen. Dat dit inderdaad de bedoeling was, is door [eisers] niet wezenlijk weersproken en dit ligt ook besloten in hun keuze om ermee in te stemmen de structuur aan te houden. Dat is immers iets wat je doet met het oog op toekomstige transacties. In dit licht hebben [eisers] niet voldoende onderbouwd gesteld dat IJzerhart c.s. het bedrag van € 205.000 op een verkwistende manier aan het instandhouden van de structuur hebben besteed, in die zin dat de gelden zijn besteed buiten het kader van het ‘waar mogelijk bevriezen’ van de kosten. [eisers] hebben in dit verband verklaard dat zij hadden verwacht dat vanaf de ‘kostenbevriezing’ loon- en huurkosten zouden verdwijnen en dat slechts nog minimale administratiekosten zouden worden gemaakt (kosten kamer van koophandel, aanhouden bankrekening etc.), maar dit is moeizaam te rijmen met de wens om de structuur weer ter reactiveren (en de inspanningen en dus mankracht die daarvoor nodig zijn). Het lag op de weg van [eisers] om in kaart te brengen welke kosten in werkelijkheid zijn gemaakt door welke gedaagde en welke van die kosten in hun ogen in redelijkheid niet mochten worden gemaakt, met specificatie en toelichting. Dat hebben zij niet, althans onvoldoende, gedaan.
Notes), en een groep omtrent Norwin (uitgever van de
Notesen de centrale entiteit in de beleggingsstructuur). Is de toezegging dan in/door de beide groepen gedaan? Ook dat is onduidelijk.