Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. F.E.A. Duyvendak en van wat verdachte en zijn raadsman mr. J.M. Rammelt naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
3. het witwassen van geldbedragen van 3500 euro, 960 euro en 690 euro.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Nadat verdachte is aangehouden is er een grote hoeveelheid geld bij hem aangetroffen. Dat past in het beeld van de handel in verdovende middelen. Verdachte heeft een verklaring gegeven over de herkomst van het geld, maar die is niet aannemelijk. Op grond daarvan kan het niet anders dan dat het geld van misdrijf afkomstig is.
Ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde witwassen heeft de verdachte een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven. Verdachte is illegaal maar probeert iets van zijn leven te maken en werkt in restaurants en als gids voor toeristen. Zijn verdiende geld hield hij bij zich omdat hij als illegaal geen bankrekening kan openen. Er zijn voldoende contra-indicaties waaruit naar voren komt dat het geld niet uit misdrijf is verkregen, maar het Openbaar Ministerie heeft verzuimd om onderzoek te doen naar de verklaring van verdachte.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
crystal meth. Dit verdovende middel levert een gevaar op voor de volksgezondheid, nu deze stof sterk verslavend is en regelmatig gebruik hiervan in de regel lichamelijke, psychische en sociaal schadelijke gevolgen met zich brengt.
Verdachte heeft daarnaast een vals Lets rijbewijs voorhanden gehad. Daarmee heeft verdachte het vertrouwen geschonden dat in de samenleving moet kunnen worden gesteld in door van overheidswege verstrekte identiteitspapieren, waaronder begrepen een rijbewijs.
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 55, 57 en 231 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.
11.Beslissing
4 (vier) maanden.