Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De inhoud van de vordering
2.De procesgang
- het op 12 april 2018 op grond van artikel 509o, derde lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte advies van de Inforsa reclassering te Amsterdam, strekkende tot beëindiging van de voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling, onder de voorwaarde dat de behandeling en begeleiding wordt voortgezet in het kader van een voorwaardelijke machtiging (wet Bopz);
- twee voortgangsrapporten van de Inforsa reclassering te Amsterdam van 30 januari 2018 en 10 oktober 2017;
- een voorlopig verlengingsadvies van de Inforsa reclassering te Amsterdam van 21 november 2017;
- het op 20 februari 2018 op grond van artikel 509o, derde lid Sv, opgemaakte rapport van de psychiater E.A.M. Schouten, strekkende tot beëindiging van de voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling, onder de voorwaarde dat er een rechterlijke machtiging met voorwaarden is geregeld, nu de verdere behandeling en begeleiding binnen een BOPZ-kader vorm kan worden gegeven;
- het proces-verbaal van deze rechtbank van 16 mei 2018, waarin de behandeling van de zaak is aangehouden tot 14 juni 2018, in afwachting van genoemde voorwaardelijke machtiging in kader van de wet Bopz;
- een beschikking van de rechtbank Amsterdam, afdeling Privaatrecht, van 4 juni 2018, waaruit blijkt dat aan de terbeschikkinggestelde een voorwaardelijke machtiging als bedoeld in artikel 14a Wet Bopz is verleend tot 1 december 2018, onder de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde zich onder behandeling stelt van de behandelaar en zich zal houden aan het behandelingsplan van 3 mei 2018.
3.De beoordeling
4.Beslissing
beëindigt de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde].