ECLI:NL:RBAMS:2018:4481

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
26 juni 2018
Zaaknummer
6755105 EA VERZ 18-227
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om transitievergoeding na beëindiging arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om toekenning van een transitievergoeding. Verzoekster, EasyStaff Payroll Services B.V., had op 22 maart 2018 een verzoek ingediend, waarin zij stelde recht te hebben op een transitievergoeding na beëindiging van haar arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst was aangegaan op basis van een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd, die eindigde op 31 december 2017. Verzoekster had het initiatief genomen om haar contract niet te verlengen, wat zij onderbouwde met e-mailcorrespondentie met haar bemiddelaar Sire Life Sciences B.V. EasyStaff voerde verweer en stelde dat het initiatief tot beëindiging bij verzoekster lag, en dat zij niet verplicht waren een transitievergoeding te betalen. De kantonrechter oordeelde dat verzoekster onvoldoende had aangetoond dat EasyStaff niet op de hoogte was van haar wens om het contract niet te verlengen. De rechter concludeerde dat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij verzoekster lag, en wees het verzoek om transitievergoeding af. Verzoekster werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van EasyStaff, die op € 400,00 werden begroot, met een aanvullend nasalaris van € 50,00.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6755105 EA VERZ 18-227
beschikking van: 27 juni 2018
func.: 8622

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoekster]

wonende te Oss
verzoekster
nader te noemen: [verzoekster]
gemachtigde: mr. S.A.J. van Riel
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidEasyStaff Payroll Services B.V.

gevestigd te Amsterdam
verweerster
nader te noemen: EasyStaff
gemachtigde: mw. I.M.J. Geurts, bedrijfsjuriste

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoekster] heeft op 22 maart 2018 een verzoek ingediend dat strekt tot toekenning van een transitievergoeding. EasyStaff heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is ter terechtzitting behandeld op 6 juni 2018. [verzoekster] is verschenen met haar gemachtigde. Namens EasyStaff zijn verschenen de gemachtigde en [naam juridisch medewerker] , juridisch medewerker bij EasyStaff.
Beschikking is bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Als gesteld en niet dan wel onvoldoende weersproken, alsmede op basis van ingediende stukken, staat het volgende vast:
1.1.
[verzoekster] is na bemiddeling door Sire Life Sciences B.V. (verder: Sire) op
1 oktober 2015 in dienst getreden van EasyStaff op basis van een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd. Easystaff heeft [verzoekster] ter beschikking gesteld aan Amgen Europe B.V. (verder: Amgen). Na verlenging is de einddatum van deze overeenkomst 31 december 2017 geworden.
1.2.
In een e-mail van 6 oktober 2017 schreef Sire aan EasyStaff:
[verzoekster] heeft een verlenging gekregen t/m 31-12-2018(…) Kunnen jullie dit in orden maken?
1.3.
In een e-mail van 16 november 2017 schreef [verzoekster] aan Sire:
Bedankt voor alle berekeningen die ik van jullie heb gekregen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat een overstap naar Yellowstone voor mij gunstig zou uitpakken. Refererend aan onze individuele gesprekken is 1 januari 2018 een goede datum voor de overstap. (…) [naam medewerker Sire] , regel jij met Easystaff dat mijn contract daar niet verlengd wordt?
1.4.
Op 19 december 2017 vroeg [verzoekster] per e-mail aan EasyStaff naar haar status na 31 december. EasyStaff reageerde op 20 december als volgt:
Ik heb van mijn collega vernomen dat je na 31-12-2017 niet meer zal werken via EasyStaff, dit betekend dat wij de reserveringen zullen afsluiten na ontvangst van de laatste gewerkte uren.
1.5.
Op 21 december 2017 stuurde [verzoekster] vervolgens weer een e-mail aan EasyStaff:
Ik snap dat SIRE mijn agency is maar jullie zijn toch mijn werkgever, hadden jullie niet de wettelijke aanzegtermijn van 1 maand moeten aanhouden?En wordt de transitievergoeding ook met de laatste betaling van December uitbetaald?
1.6.
Uiteindelijk reageerde EasyStaff hierop in een e-mail van 17 januari 2018 als volgt:
Aangezien je door blijft werken bij Amgen, is er geen sprake is van een ontslag en heb je dan ook geen recht op een transitievergoeding. Wij hadden je inderdaad eerder moeten aanzeggen maar helaas hebben wij dit ook pas op20-12 te horen gekregen vanuit SIRE. Zodra wij dit wisten, hebben wij jou op de hoogte gebracht.
1.7.
Per 1 januari 2018 is [verzoekster] in dienst getreden van Yellowstone, die haar ter beschikking heeft gesteld aan Amgen.

Verzoek en verweer

2. [verzoekster] verzoekt toekenning van een transitievergoeding. Het initiatief tot beëindiging ligt evident bij EasyStaff, aldus [verzoekster] . Dit blijkt onder meer uit de aanzegging door EasyStaff. Dat [verzoekster] daaraan voorafgaand het bericht van 16 november 2017 aan Sire heeft gestuurd doet hier niet aan af, het bericht was niet aan EasyStaff gericht en heeft EasyStaff ook niet bereikt.
3. EasyStaff voert verweer. Daarop zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

Beoordeling

4. In artikel 7:673 lid 1 Burgerlijk Wetboek is – voor zover hier relevant – bepaald dat een werkgever een transitievergoeding verschuldigd is als een arbeidsovereenkomst na einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet.
5. Die situatie doet zich hier niet voor. Uit de e-mail van 16 november 2017 blijkt ondubbelzinnig dat het [verzoekster] was die het initiatief heeft genomen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met EasyStaff. Weliswaar was deze e-mail gericht aan Sire, maar wel met het verzoek de beëindiging van het dienstverband met EasyStaff af te handelen. EasyStaff heeft ter zitting toegelicht dat Sire deze boodschap al 10 minuten na ontvangst van voornoemde e-mail telefonisch aan haar heeft doorgegeven. Dat EasyStaff hier vervolgens pas op 20 december 2017, na een bericht van [verzoekster] , opvolging aan heeft gegeven maakt niet dat het initiatief tot beëindiging alsnog bij EasyStaff komt te liggen.
6. Dat het bericht van 17 november 2017 nooit bij EasyStaff is aangekomen heeft [verzoekster] onvoldoende onderbouwd. EasyStaff heeft zelf bevestigd het bericht ontvangen te hebben en heeft ter zitting ook concreet gemaakt hoe dit is verlopen, wie erbij betrokken waren alsmede dat er nog interne e-mailcorrespondentie beschikbaar is die dat kan bevestigen. In het licht daarvan had het op de weg van [verzoekster] gelegen nader uit te leggen waaruit blijkt dat EasyStaff de boodschap uit de e-mail niet heeft ontvangen. Dat heeft zij niet gedaan, integendeel, zij heeft ter zitting te kennen gegeven de interne
e-mailcorrespondentie van EasyStaff niet te willen zien.
7. Vervolgens heeft EasyStaff in 2018 nog de aanzegverplichting op zich genomen. Zij heeft daarbij echter niet te kennen gegeven dat het haar wens was de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten. Ook hieruit kan dus niet worden afgeleid dat het initiatief tot beëindiging bij EasyStaff lag.
8. Het verzoek zal worden afgewezen en als de in het ongelijk gestelde partij zal [verzoekster] in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
veroordeelt [verzoekster] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van EasyStaff begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt [verzoekster] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [verzoekster] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.W. Inden, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter