In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Amsterdamse Sportvereniging Fortius en een vader, [gedaagde], over de betaling van contributie voor zijn zoon. De vader had zijn zoon in 2015 ingeschreven bij de vereniging, maar heeft de contributiefactuur van € 185,00 niet betaald. Fortius vorderde betaling van deze factuur, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. De vader stelde echter dat hij het lidmaatschap mondeling had opgezegd bij de jeugdcoördinator van de vereniging, en betwistte daarmee de verschuldigdheid van de contributie.
De rechtbank oordeelde dat de mondelinge opzegging rechtsgeldig was, omdat Fortius niet had aangetoond dat opzegging alleen schriftelijk kon plaatsvinden. De vader had geen schriftelijke opzegging overgelegd, maar de rechtbank vond dat de vereniging onvoldoende bewijs had geleverd dat de overeenkomst enkel schriftelijk kon worden opgezegd. De rechtbank concludeerde dat de mondelinge opzegging van de vader het lidmaatschap rechtsgeldig had beëindigd.
Daarom wees de rechtbank de vordering van Fortius af en veroordeelde de vereniging in de proceskosten van de vader. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie over opzegprocedures en de noodzaak voor verenigingen om hun voorwaarden helder te maken aan leden.