Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 december 2017;
- het verweerschrift, met bijlagen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 maart 2018 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het verzoek
Begin 2005 diende SAMO € 8.096.525,- over te maken aan SCMI. Pas in 2009 heeft SAMO (een deel van) het aan SCMI toekomende bedrag aan haar overgemaakt. Dit betekent dat SCMI een forse renteclaim heeft op SAMO. Er bestaan tot slot gegronde vermoedens en aanwijzingen dat grootschalige fraude is gepleegd met de door de Nederlandse overheid ter beschikking gestelde Maror-gelden.