4.3.1Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Start van het onderzoek
In augustus 2015 ontvangt de Belastingdienst informatie over in omloop zijnde valse e-mails (zogenoemde phishing e-mails) waarbij misbruik wordt gemaakt van de domeinnaam ‘@belastingdienst.nl’. Hierop wordt door de FIOD een onderzoek ingesteld.In deze phishing e-mails wordt personen/bedrijven dringend verzocht om een bedrag over te maken naar verschillende bankrekeningnummers omdat er een betalingsachterstand zou zijn ontstaan in hun belastingaangiften.De bankrekeningnummers die in de phishing e-mails worden genoemd, zijn door de FIOD onderzocht. Deze bankrekeningnummers zijn via internet door verschillende IP-adressen benaderd. Hierbij valt op dat een tweetal IP-adressen zijn gebruikt bij het benaderen van meerdere van de in de phishing e-mails genoemde bankrekeningen.Een van deze IP-adressen ( [IP adres 1] ) was toegewezen aan [naam 8] , woonachtig op het adres [adres 1] te [plaats] .Tot 11 september 2015 stond ook verdachte op dit adres ingeschreven.Het andere IP-adres ( [IP adres 2] ) was toegewezen aan [naam 9] , woonachtig het op adres [adres 2] te [plaats] .Uit onderzoek volgt dat vanaf dit IP-adres op 30 november 2015 4.525 phishing e-mails zijn verstuurd, ogenschijnlijk afkomstig van de ING-bank.Medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) staat ingeschreven op het adres [adres 3] te [plaats] . Dit appartement ligt pal boven het appartement op het adres [adres 2] .
Onderzoek telefoon verdachte
Uit onderzoek naar de telefoon van verdachte volgt dat hij via de applicatie Skype contact heeft gehad met een persoon die zichzelf ‘ [naam 10] ’ noemt. Bij de profielgegevens van ‘ [naam 10] ’ staat de geboortedatum [geboortedatum] ingevuld.Het profiel heeft gebruik gemaakt van het IP–adres ( [IP adres 2] ) dat geregistreerd staat op het adres [adres 2] te [plaats] . [medeverdachte] is op genoemde datum geboren en heeft verklaard de alias ‘ [naam 10] ’ te gebruiken.
Op de telefoon van verdachte is eveneens de applicatie Telegram geïnstalleerd. Dit is een applicatie waarmee gebruikers tekst- en spraakberichten, foto’s video’s en bestanden kunnen uitwisselen. Bij het openen van de applicatie is zichtbaar dat verdachte gesprekken heeft gevoerd met een persoon die zich ‘ [naam 11] ’ noemt. Uit deze gesprekken volgt dat verdachte en ‘ [naam 11] ’ het hebben over het gebruiken van ‘ [naam 12] ’. Deze naam staat ook vermeld onder de eerder genoemde valse e-mails van de Belastingdienst.Verder spreken verdachte en ‘ [naam 11] ’ over hoe, wanneer en waar ‘gevist’ gaat worden en worden banknummers, pasnummers en pincodes uitgewisseld. Ook sturen zij elkaar afbeeldingen van inlogcodes, creditcardoverzichten, bankpassen en kleurcodes (ter autorisatie van transacties via de Rabobank).In de gesprekken stuurt ‘ [naam 11] ’ afbeeldingen waaruit volgt wanneer een bankpas opgestuurd gaat worden. In deze afbeeldingen is de tekst ‘Design by [naam 10] ’ opgenomen. Een verbalisant herkent aan de hand van berichten die verdachte en ‘ [naam 11] ’ hebben ingesproken en via Telegram naar elkaar hebben verzonden, de stemmen van verdachte en [medeverdachte] .
Doorzoeking woning [medeverdachte]
Bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte] op het adres [adres 3] te [plaats] worden onder meer een drietal USB-sticks in beslag genomen.Uit onderzoek naar de inhoud van deze USB-sticks volgt dat er software van de programma’s SendBlaster en GSA Email Spider is opgeslagen. Met het programma GSA Email Spider is het mogelijk om met behulp van zoekmachines e-mailadressen te vinden en deze veilig te stellen. Met het programma SendBlaster is het mogelijk om in bulk e-mails te versturen. Op de usb-sticks stonden verder 1.297.391 e-mailadressen en bestanden met phishing-websites opgeslagen.
Zaak A, feit 1
[naam 1] heeft op 30 september 2015 aangifte gedaan van oplichting. [naam 1] verklaart dat hij op 22 september 2015 een e-mail heeft beantwoord die afkomstig leek te zijn van de ABN-AMRO bank. In de e-mail werd vermeld dat [naam 1] een nieuwe bankpas moest aanvragen en hij zijn oude bankpas moest opsturen naar een adres in Amsterdam. Daarnaast moest [naam 1] via een website zijn gegevens opgeven, waaronder de pincode van zijn oude bankpas.Nadat [naam 1] deze instructies heeft opgevolgd, merkt hij dat er vreemde bedragen op zijn rekening worden bij- en afgeschreven.Hij verklaart hierdoor voor ongeveer € 1.000,00 te zijn benadeeld. Uit het rekeningafschrift van [naam 1] volgt dat er tussen 24 september 2015 en 26 september 2015 vier bedragen zijn afgeschreven, te weten:
€ 460,00 op 24 september 2015;
€ 10,00 op 25 september 2015;
€180,00 op 26 september 2015;
€ 200,00 op 26 september 2015.
De geldbedragen zijn opgenomen in Amsterdam, Almere en Diemen.Van voornoemde pintransacties zijn camerabeelden beschikbaar.Verdachte vertoont volgens twee verbalisanten sterke gelijkenissen met de persoon die zichtbaar is op de beelden van de pintransacties.Verder is zichtbaar dat de persoon op de beelden van 25 september 2016 een donkere jas draagt met een steekzak, een borstzak en een gebreide boord bij de kraag. Bij doorzoeking van de woning van verdachte is een gelijkende jas aangetroffen en in beslag genomen.Op de beelden van 26 september 2016 is zichtbaar dat de persoon op de beelden een wit T-shirt draagt met daarop de letters ‘ARLON BRA’. Ook draagt de persoon een zwarte baseballpet met daarop de letters ‘MG’. In de woning van verdachte worden een gelijkend T-shirt en een gelijkende baseballpet aangetroffen en in beslag genomen. Daarnaast is bij de transacties van € 10,00 op 25 september 2015 en € 180,00 op 26 september 2015 te zien dat de persoon een roze iPhone bij zich heeft. In de woning van verdachte is een roze iPhone aangetroffen en in beslag genomen.
Zaak A, feit 2
[naam 2] heeft op 28 oktober 2015 verklaard dat hij het slachtoffer is geworden van fraude nadat hij zijn bankpas aan zijn secretaresse had gegeven toen zij een e-mail had ontvangen waarin werd verzocht om de bankpas op te sturen.Uit een rekeningafschrift van [naam 2] volgt dat er op 19 oktober 2015 € 100,00 is gepind bij een pinautomaat in Almere.[naam 2] heeft verklaard dat hij deze transactie niet heeft verricht.Op de camerabeelden van deze pintransactie is een man zichtbaar die een blauwe trui met capuchon van het merk Nike draagt. In zijn hand heeft hij ogenschijnlijk een roze iPhone.Bij doorzoeking van de woning van verdachte is een gelijkende trui aangetroffen.ABN-AMRO Bank heeft aangifte gedaan en verklaard dat er misbruik is gemaakt van de bankrekening van [naam 2] .
Zaak A, feit 3 en 4
[naam 13] doet op 3 november 2015 aangifte van oplichting. [naam 13] verklaart dat de zakelijke bankrekening van zijn bedrijf [naam B.V.] . is geblokkeerd door de Rabobank, nadat er ongebruikelijke transacties hadden plaatsgevonden. [naam 13] verklaart op 28 oktober 2015 te hebben gereageerd op een e-mail die eruit zag alsof deze afkomstig was van de Rabobank. Hierin werd hem gevraagd om diverse gegevens te vermelden in het kader van het kosteloos aanvragen van een nieuwe betaalpas. [naam 13] gaf daarbij zijn pincode op. Daarnaast verstuurde hij zijn bankpas op 29 oktober 2015 naar een adres in Amsterdam.
De Rabobank heeft op 9 juni 2016 aangifte gedaan en verklaard dat er misbruik is gemaakt van bankrekeningen van een aantal klanten, waaronder [naam B.V.] . en [naam bedrijf] .Namens [naam bedrijf] heeft [naam 14] verklaard dat hij heeft gereageerd op een phishing e-mail uit naam van de Rabobank. In de e-mail wordt gevraagd om de pincode en huidige pas op te sturen, waarna de klant na twee dagen een nieuwe betaalpas zou ontvangen.Op 1 november 2015 wordt frauduleus in totaal € 4.500,00 opgenomen van de bankrekening van [naam bedrijf] . Er wordt in een tijdsbestek van vier minuten driemaal een geldbedrag gepind bij een pinautomaat in Amsterdam, namelijk € 1.000,00 en tweemaal € 1.750,00.Ten aanzien van [naam B.V.] . meldt de Rabobank dat op 1 november 2015 een frauduleuze geldopname heeft plaatsgevonden voor een bedrag van € 1.230,00 bij een pinautomaat in Amsterdam.
De Rabobank heeft screenshots van de camerabeelden van de pintransacties verstrekt aan de politie. Bij de pinopname van € 1.230,00 op 1 november 2015 is een man zichtbaar die sterke gelijkenis toont met verdachte. De man draagt een zwarte jas met een capuchon die is afgezet met bont. De jas heeft grote knopen en de jaszak is afgezet met een leren driehoek. Bij doorzoeking van de woning van verdachte is een gelijkende jas aangetroffen en in beslag genomen.Bij de pinopnames van in totaal € 4.500,00 is een man zichtbaar die een gelijkenis vertoont met verdachte. Zichtbaar is dat de man een zwarte jas draagt met een capuchon die is afgezet met bont.
Verder is op de telefoon van verdachte het volgende gesprek via Telegram met ‘ [naam 11] ’ aangetroffen.
Datum
[naam 11]
Verdachte
30-10-2015
Stuurt afbeeldingen Rabobank pasjes
Pasnummer: [nummer]
Nip= [Nip]
Pasnummer: [nummer]
Nip= [Nip]
01-11-2015
Stuurt afbeelding Transactieoverzicht
Ga je nu trekke of timmmere op werk spa
Wat jij wil man
Legen denk k
Oké ik maak me klaar
Stuurt afbeelding Rabobank bankieren kleurcode
Stuurt afbeelding inlogcode
Stuurt afbeelding Rabobank bankieren kleurcode
Stuurt afbeelding signeercode
Meld als je kop trekt
Dan zet k klaar
Oké
Van welke moet k kop trekken
Alle 2
Alleen werk spaa
K sta bij muur
Hoog je het gelijk??
Want anders pak k andere muur
Gewoon kop dan hoge
Wat we altijd doen
Die 5k prexies lukt sws nie
Hoog het
Pasnummer: [nummer]
Nip = [Nip]
Als we hoge mrteen maaar 3500
Pasnummer: [nummer]
Nip = [Nip]
S hoog
Ff kyken wat eraf kan
1750
1750
1050
Au
Klaar
Op de afbeeldingen van de Rabobankpasjes, verstuurd door verdachte op 30 oktober 2015, zijn de namen ‘ [naam bedrijf] ’ en ‘ [naam B.V.] ’ zichtbaar.Op de afbeelding van het transactieoverzicht, verstuurd door ‘ [naam 11] ’ op 1 november 2015, zijn transacties naar [naam B.V.] zichtbaar.
Zaak A, feit 5 en 6
[naam 3] doet op 30 oktober 2015 aangifte. Hij verklaart op 23 oktober 2015 een e-mail te hebben ontvangen, ogenschijnlijk van de Rabobank, waarin hem wordt gevraagd een nieuwe betaalpas aan te vragen omdat zijn oude betaalpas zou komen te vervallen. [naam 3] klikt op een link en geeft zijn bankrekeningnummer en zijn pasnummer op. Vervolgens stuurt hij zijn bankpas naar de [adres 4] te [plaats] . [naam 3] merkt later dat er in totaal voor € 5.790,00 van zijn rekening is afgeschreven bij transacties bij de Kruidvat, Hema, Ako en de Rabobank. Alle transacties vinden plaats in Almere.
Verder is op de telefoon van verdachte het volgende gesprek via Telegram met ‘D’ aangetroffen.
Datum
[naam 11]
Verdachte
27-10-2015
Stuurt afbeelding van vier betaalpassen, 3 Rabo wereldpassen en 1 Visa card
K fix nip
Pasnummer: [nummer]
NIP= [Nip]
Pasnummer: [nummer]
NIP= [Nip]
Pasnummer: [nummer]
NIP= [Nip]
Stuur van sci ook, zet ik in reader
Sci nip: [Nip]
Stuurt afbeelding Rabobank bankieren kleurcode
[code]
Stuurt afbeelding inlogcode [code]
Stuurt afbeelding transactie overzicht Rabobank
Op de afbeelding van de vier betaalpassen, verstuurd door verdachte op 27 oktober 2015, is de Rabo Wereldpas van [naam 3] zichtbaar.Op de afbeelding van een transactieoverzicht van de Rabobank, verstuurd door ‘ [naam 11] ’ op 27 oktober 2015, zijn transacties van [naam 3] zichtbaar.
Zaak A, feit 7 en 8
[naam 4] verklaart dat hij eind oktober 2015 een e-mail heeft ontvangen waarin hem wordt verzocht om zijn ANWB-Visa creditcard op te sturen, omdat zijn oude creditcard zou verlopen en de nieuwe creditcard minder fraudegevoelig zou zijn. [naam 4] verblijft op dat moment in Spanje en stuurt zijn pas op naar een adres in Hilversum. Hij verstrekt niet zijn pincode.Op 5 november 2015 wordt er € 920,00 van de rekening van [naam 4] afgeboekt bij een transactie op de Eerste Oosterparkstraat te Amsterdam. Door de ABN-AMRO zijn camerabeelden van deze transactie veilig gesteld.Op screenshots van deze beelden zijn een man en een vrouw zichtbaar. De vrouw vertoont een sterke gelijkenis met [naam 8] , de vriendin van verdachte. De man vertoont een sterke gelijkenis met verdachte. Verder draagt de vrouw een witte jas met bontkraag. Bij doorzoeking van de woning van verdachte is een gelijkende jas aangetroffen.
Verder is uit de telefoon van verdachte het volgende gesprek via Telegram met ‘ [naam 11] ’ veilig gesteld.
Datum
[naam 11]
Verdachte
05-11-2015
Yoo
Vergeet je nie
Yo
Vertrek nu
Matterhorn toch
Stuurt afbeelding van 2 bankpasjes met daarbij een handgeschreven brief
Die vrouw heeft een ma pp lange brief geschreven
Whahahaha
Dat ze in het buitenland is enz
Hahhha
Waar s dat
163 toch
Wgaahahhaahahahaha
Ze is in Spanje
Helemaal uit Spanje stuurt ze der spa
Wgaaahahahaahahah
Whhaha
Paraa mn
Wat s naam sci
Stuurt afbeeldingen ANWB Visa kaart op naam van [naam 4]
Dit s sci
Stuurt afbeelding overzicht ANWB Visa card t.n.v. [naam 4]
Hoeveel kunnen we dus nog??
Maar 925
Op de afbeelding van de ANWB Visa kaart, verstuurd door verdachte op 5 november 2015, is de naam van [naam 4] zichtbaar.Op de afbeelding van het overzicht van de ANWB Visa card, verstuurd door ‘ [naam 11] ’ op 5 november 2015, is een rekeningoverzicht van de ANWB Visa Card van [naam 4] zichtbaar.
Zaak A, feit 9
Uit onderzoek naar de loongegevens van verdachte blijkt dat hij in het jaar 2015 € 546,00 loon heeft ontvangen.Over voorgaande jaren zijn geen loongegevens bekend.Door de FIOD is tevens onderzoek gedaan naar de uitgaven van verdachte in de ten laste gelegde periode. Uit gegevens van Schaap en Citroen te Amsterdam blijkt dat een persoon genaamd [verdachte] , wonende aan de [adres 5] te [plaats] , op 23 maart 2013 een Rolex Submariner heeft gekocht ter waarde van € 6.150,00 en op 26 februari 2014 twee Rolexen GMT-Master II ter waarde van (in totaal) € 14.000,00. Verdachte heeft tot 29 maart 2012 ingeschreven gestaan op [adres 5] te [plaats] .Daarnaast is een overzicht gevorderd van alle overboekingen van verdachte in de periode vanaf 1 juli 2015 tot en met 29 januari 2016 bij Western Union. Uit dit overzicht blijkt dat verdachte in november 2015 en januari 2016 in totaal driemaal geld heeft overgeboekt naar Groot-Brittannië, met een totaal van € 1.086,00.Verder zijn de betaalgegevens van een Paysafe Mastercard op naam van verdachte gevorderd, met betrekking tot de periode van 1 juli 2015 tot en met 16 maart 2016. Deze betaalkaart is tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte aangetroffen en in beslag genomen. Uit de verstrekte gegevens volgt dat verdachte de kaart voor een bedrag van € 1.456,00 heeft opgeladen.
Eveneens zijn de transactiegegevens van verdachte gevorderd bij Louis Vuitton, met betrekking tot de periode van 1 januari 2013 tot en met februari 2016. Bij doorzoeking van de woning van verdachte zijn twee tassen van Louis Vuitton aangetroffen.Uit de door Louis Vuitton verstrekte gegevens blijken de volgende aankopen.
[verdachte]
Datum
Omschrijving
Locatie
Bedrag
27-11-2012
Bonnet petit dam. Maron (mutsje)
Bijenkorf
€ 200,00
Brooklyn MM Damier (schoudertas)
€ 915,00
Neverfull MM Damier (handtas)
€ 595,00
03-08-2014
Neo Eole 55 Damier Graph (handtas)
Bijenkorf
€ 1.750,00
Michael Dam. Graphite (rugtas)
€ 1.660,00
Neverfull NM GM Damier
€ 905,00
Zaak A, feit 10
[naam 15] doet op 5 september 2016 namens ABN AMRO bank doet op 5 september 2016 aangifte en verklaart dat de bank en haar klanten slachtoffer zijn geworden van oplichting en diefstal.Uit onderzoek blijkt dat [naam VOF] een phishing e-mail heeft ontvangen, ogenschijnlijk afkomstig van ABN AMRO bank. De heer [naam 16] heeft vervolgens namens [naam VOF] de bancaire gegevens verstrekt, waaronder (vermoedelijk) de pincode. Daarnaast heeft [naam 16] de betaalpas naar een adres in Nieuwegein verstuurd. Op 3 augustus 2016 en 4 augustus 2016 is zonder medeweten en/of toestemming van [naam VOF] door een persoon bij twee geldautomaten in respectievelijk Diemen en Almere een totaalbedrag van € 3.950,00 opgenomen.ABN AMRO heeft camerabeelden ter beschikking gesteld van de pinopnamen in Diemen en Almere. Op de beelden is een man zichtbaar die een sterke gelijkenis vertoont met verdachte. De man draagt een witte ribbeltrui en een baseballpet. Als verdachte wordt aangehouden draagt hij een gelijkende witte trui.Op de baseballpet is ‘DS02’ zichtbaar. Bij doorzoeking van de woning van verdachte is een gelijkende baseballpet aangetroffen en in beslag genomen.
Zaak A, feit 11
[naam 5] doet op 2 september 2016 aangifte van oplichting. Hij verklaart op 18 augustus 2016 een e-mail te hebben ontvangen, ogenschijnlijk van International Card Services. In de e-mail wordt [naam 5] gevraagd om zijn gegevens in te vullen, waaronder zijn rekeningnummer en pincode. Daarna wordt hem gevraagd zijn creditcard op te sturen naar een adres in Zeist. [naam 5] volgt deze aanwijzingen op. Op 21 augustus 2016 verneemt [naam 5] dat zijn kaart op de betaallimiet van € 2.500,00 zat. Uit het rekeningoverzicht van [naam 5] blijkt dat er op 19 augustus 2016 en 20 augustus 2016 een zestal transacties hebben plaatsgevonden in Amsterdam Zuidoost en Almere. Het totaalbedrag dat is opgenomen is € 2.490,00.International Card Services heeft camerabeelden ter beschikking gesteld van de pinopnamen in Amsterdam op 19 augustus 2016. Op de beelden is een man zichtbaar die sterke gelijkenis vertoont met verdachte. De man draagt een pet die lijkt op de pet die bij de doorzoeking van de woning van verdachte in beslag is genomen.
Zaak B, feit 1
Op 1 december 2016 doet [naam 6] aangifte van diefstal. Zij verklaart dat er op 30 november 2016 bij een geldautomaat in Uithoorn tweemaal € 2.000,00 van haar rekening is opgenomen. De transacties vonden plaats om 17.15 uur en 17.16 uur. [naam 6] verklaart op 27 november 2016 een e-mail te hebben ontvangen van ABN AMRO bank. In de e-mail staat dat haar betaalpas zou komen te vervallen en een nieuwe betaalpas geactiveerd moet worden. [naam 6] verstrekt haar gegevens en haar pincode.[naam 6] verklaart later dat de rekening eveneens op naam van haar man [naam 7] staat.Van de transacties zijn camerabeelden verstrekt. Hierop is een negroïde man zichtbaar met een zwarte, korte baard en een zwarte snor. De man draagt een donkere pet en een groene jas.De man op de camerabeelden wordt door een verbalisant zonder twijfel herkend als verdachte.De verbalisant verklaart verdachte tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden in de afgelopen jaren veelvuldig te hebben gezien en gesproken en dat hij daarom zeer goed bekend is met het uiterlijk van verdachte.
4.3.2Beoordeling van het bewijs
De rechtbank is op grond van voornoemde feiten en omstandigheden van oordeel dat bewezen is dat verdachte alle aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Ten aanzien van de door de officier van justitie en de raadsman ingenomen standpunten overweegt de rechtbank als volgt.
Zaak A, feit 1 en 2
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte voldoende nauw en bewust met een ander of anderen heeft samengewerkt bij het wegnemen van de geldbedragen. Verdachte zal daarom van het ten laste gelegde medeplegen worden vrijgesproken.
Zaak A, feit 3, 4, 5, 6, 7 en 8
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Uit de inhoud van de bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af.
De aangevers verklaren allen een e-mail te hebben ontvangen van een bank of creditcardmaatschappij, waarin hen wordt gevraagd om vertrouwelijke gegevens in te vullen. Vervolgens is hen verzocht om hun bankpas op te sturen naar een adres. Kort nadat zij deze instructies hebben opgevolgd, merken zij dat er ongebruikelijke transacties plaatsvinden en er onder meer (grote) bedragen worden gepind.
Uit de resultaten van het onderzoek volgt dat zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte] bij deze handelingen betrokken is geweest. Zo is onder meer uit camerabeelden en berichten verzonden via Telegram gebleken dat verdachte de door de slachtoffers opgestuurde bankpassen ophaalde en daarmee de pintransacties verrichtte. Tijdens deze handelingen had verdachte via de chatapplicatie Telegram intensief contact met een persoon die zichzelf ‘ [naam 11] ’ noemt. Gelet op de onderzoeksbevindingen omtrent dit profiel, is genoegzaam komen vast te staan dat [medeverdachte] de gebruiker van dit profiel is. Bij de doorzoeking van zijn woning is door de politie software aangetroffen om e-mailadressen te vergaren en (in bulk) e-mails te versturen. Eveneens is gebleken dat [medeverdachte] gebruik maakte van het IP-adres van zijn onderbuurvrouw en dat er middels dat IP-adres op 30 november 2015 4.525 phishing e-mails zijn verstuurd. Uit de gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte] via Telegram volgt dat [medeverdachte] de persoon is die beschikt over de bancaire gegevens van de benadeelden, die zij door middel van een link in de phishing e-mail hebben verstrekt. Gelet op deze omstandigheden gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte] verantwoordelijk is geweest voor het versturen van de phishing e-mails naar [naam B.V.] , [naam bedrijf] , [naam 3] en [naam 4] . Uit de gesprekken via Telegram volgt eveneens dat [medeverdachte] de pincodes aan verdachte heeft verstrekt en de opnamelimieten heeft verhoogd, zodat er grotere bedragen konden worden weggenomen. Verdachte was op zijn beurt verantwoordelijk voor het ophalen van de door de benadeelden opgestuurde bankpassen en het verrichten van de pintransacties.
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte de in zaak A onder 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde feiten tezamen en in vereniging met [medeverdachte] heeft begaan.
Zaak A, feit 9
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, onder a en b van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het Openbaar Ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp. Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte in de periode tussen 2012 en 2014 geen inkomsten uit salaris heeft ontvangen. In 2015 heeft hij bruto € 546,00 verdiend. Bij doorzoeking van de woning van verdachte worden twee tassen van Louis Vuitton aangetroffen. Daarnaast blijkt uit de transactiegegevens van de winkels van Schaap en Citroen en Louis Vuitton dat de overige ten laste gelegde goederen op naam van verdachte zijn aangeschaft. Het gaat hierbij telkens om kostbare goederen.
Gelet op het feit dat verdachte in de ten laste gelegde periode een zeer gering inkomen heeft gehad en dat is komen vast te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en diefstal, is de rechtbank van oordeel dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat de voorwerpen in de tenlastelegging uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat daarom van verdachte mag worden verlangd dat hij een (aannemelijke) verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen. Verdachte heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen en dus niets over de herkomst gezegd. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de ten laste gelegde voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Niet kan worden bewezen dat verdachte de goederen heeft witgewassen die zijn aangeschaft op naam van [naam 17] . Daarnaast is niet komen vast te staan dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. Verdachte zal daarom van het ten laste gelegde medeplegen worden vrijgesproken.
Zaak A, feit 10 en 11
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte voldoende nauwe en bewust met een ander of anderen heeft samengewerkt bij het wegnemen van de geldbedragen. Verdachte zal daarom van het ten laste gelegde medeplegen worden vrijgesproken.
Zaak B, feit 1
Het verweer van de raadsman om het proces-verbaal van herkenning van verbalisant [naam verbalisant 1] uit te sluiten van het bewijs wordt verworpen. De officier van justitie heeft ter zitting toegelicht in welke context de e-mail van de parketsecretaris moet worden geplaatst. Deze e-mail is op zichzelf onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van het op ambtseed door [naam verbalisant 1] opgestelde proces-verbaal.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte voldoende nauw en bewust met een ander of anderen heeft samengewerkt bij het wegnemen van het geld van [naam 6] en/of [naam 7] . Verdachte zal daarom van het ten laste gelegde medeplegen worden vrijgesproken.