ECLI:NL:RBAMS:2018:416
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding na mediation in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 januari 2018 uitspraak gedaan op verzoeken ex artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van verzoeker, geboren in 1948 in India. Het verzoekschrift werd op 11 september 2017 ingediend en betreft een schadevergoeding van € 210,- voor geleden schade, € 7.386,53 voor de kosten van de raadsman en € 550,00 voor de kosten van het verzoekschrift. De rechtbank heeft de raadsman en de officier van justitie, mr. L.F. Roseval, in openbare raadkamer gehoord, maar verzoeker verscheen niet. De officier van justitie verzet zich tegen de toekenning van de schadevergoeding, omdat de zaak via mediation is geregeld en er een schadevergoeding aan het slachtoffer is afgesproken. De rechtbank overweegt dat mediation in strafzaken nieuw is en dat de wetgeving hier nog niet op is ingericht. De rechtbank moet afwegen of er gronden van billijkheid zijn voor toekenning van een vergoeding. De rechtbank concludeert dat het toekennen van een vergoeding niet billijk is, gezien de verdenking van mensenhandel tegen verzoeker. De rechtbank wijst de verzoeken tot schadevergoeding af, maar kent wel een vergoeding van € 550,00 toe voor de kosten van het verzoekschrift. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en verzoeker kan binnen een maand hoger beroep instellen.