Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 april 2017 met producties,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties,
- het tussenvonnis van 18 oktober 2017,
- het proces-verbaal van comparitie van 26 maart 2018 met de daarin vermelde stukken,
- de brief van mr. Van den Bos van 25 mei 2018 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal,
- de brief van mr. Van der Grinten van 28 mei 2018 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal.
2.De feiten
Artikel 3. Keuring Units
(…)
2) De totale doorlooptijd van de afbouw van een Woonunit is maximaal 5 werkdagen, waarna de Woonunit onmiddellijk op transport gaat naar de Bouwlocatie.
Artikel 9. Verplichtingen van de leverancier
afbouwuitvoerder units namens [partij 1] , rechtbank] de 1e en 2e handtekening namens de opdrachtgever gaat zetten.
[functie] , rechtbank] zal de vraagstelling richting [naam bedrijf 3] formuleren en dit voorleggen aan alle partijen. (…) Opdrachtgever stemt in met dit voorstel.
Toetsing units door [naam bedrijf 3]
€ 138.330,62 en transportkosten van € 20.858,27 te voldoen. Partijen zijn op 22 juli 2016 overeengekomen dat [partij 1] een bedrag van € 159.188.89 zal overmaken op een kwaliteitsrekening van [naam notariskantoor] en dat deze de gelden ten behoeve van [partij 2] en [partij 1] in escrow worden gehouden en dat deze zullen worden aangewend ter voldoening van de eventuele betalingsverplichtingen van [partij 1] jegens [partij 2] . Na storting van dit bedrag in escrow door [partij 1] heeft [partij 2] het transport van de laatste 12 units naar de bouwlocatie verzorgd.
3.Het geschil
in conventie
a. primair, [partij 2] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst en subsidiair onrechtmatig heeft gehandeld jegens [partij 1] en aansprakelijk is voor de daardoor door [partij 1] geleden en nog te lijden schade, en
b. [partij 1] de door [partij 2] gefactureerde meerwerkkosten onverschuldigd heeft betaald, en
a. € 594.000,00 (kosten van herstel en aanpassingen van de units);
b. € 561.422,00 (waterschade en herstel units en interieur);
c. € 294.306,00 (extra kosten in verband met vertraging);
d. € 977.025,00 (gederfde huurinkomsten);
e. € 378.642,00 (onverschuldigde betaling);
f. € 8.197,75 aan buitengerechtelijke incassokosten,
een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding en onder veroordeling van [partij 2] in de kosten van het geding en de nakosten.
€ 211.905,00 aan vertragingsschade.