Vorderingen en verweer in conventie en in reconventie
2. [eiseres] vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad wordt veroordeelt tot terugbetaling van het cursusgeld, ad € 2.500,-. [eiseres] vordert ook schadevergoeding ten bedrage van (zo leest de kantonrechter de vordering) € 2.438,95. Tot slot vordert [eiseres] de eigen bijdrage ad € 196,- en de proceskosten.
3. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat [gedaagde] haar heeft bedrogen, door haar onder valse voorwendselen een opleiding aan te bieden van drie maanden en een baangarantie in het vooruitzicht te stellen, terwijl de kwaliteit van de door [gedaagde] gegeven opleiding volstrekt onder de maat was, de organisatie aan alle kanten rammelde en het voor de cursisten vanaf de aanvang af niet duidelijk was waar ze aan toe waren met het aangeboden programma en de examens. [eiseres] meent dat zij door [gedaagde] is opgelicht en dat haar ten onrechte geld is afgetroggeld. Er is sprake van regelrecht bedrog, althans van wanprestatie.
4. [eiseres] vordert daarom het cursusgeld ad € 2.500,- terug. Zij vordert voorts schadevergoeding. Deze bestaat uit drie posten. Allereerst een bedrag van € 2.100,-, omdat [eiseres] als schoonmaakster werkzaam was voor € 700,- per maand, welk werk zij heeft opgegeven om de drie maanden durende opleiding te kunnen volgen.
5. Verder heeft [gedaagde] [eiseres] aangeraden om voor wiskunde B Havo examen te doen, om de kans van slagen bij de driemaandelijkse opleiding van [gedaagde] groter te maken. Nu [gedaagde] ’s opleiding waardeloos was heeft [eiseres] ook niets aan het advies van hem met betrekking tot het Havo examen. [eiseres] heeft studiematerieel gekocht en examengeld betaald, voor een bedrag van € 279,-. Voorts heeft [eiseres] een calculator aangeschaft ten bedrage van € 59,95.
6. Ðe drie bedragen opgeteld maken samen het gevorderde bedrag aan schadevergoeding van € 2.438,95, aldus steeds [eiseres] .
7. [gedaagde] voert verweer. Hij stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij IT ondernemer is en meer dan tien jaar ervaring heeft in de IT sector. De onderneming is gevestigd aan de [adres] te [plaats] . Hij biedt zijn afnemers, waaronder [eiseres] , de mogelijkheid een opleiding en trainingen te volgen via een ”coding bootcamp” voor de opleiding BI consultant.
8. [eiseres] heeft via een digitale inschrijving gekozen voor de fulltime dagopleiding maatwerk level 1 ter waarde van € 2.500,-.
9. Het is van groot belang voor het slagen van de opleiding dat de cursist altijd aanwezig is. Het is aan [eiseres] te wijten dat zij veelvuldig te laat kwam of helemaal niet kwam. Zij zei dan dat ze voor de kinderen moest zorgen, de kinderen naar de crèche moest brengen of ze had hoofdpijn.
10. [eiseres] was vaker niet dan wel aanwezig. [eiseres] haalde ongeveer 20 % aanwezigheid. Haar is te kennen gegeven dat zij de mogelijkheid heeft om te herkansen.
11. Al met al heeft [gedaagde] [eiseres] geboden hetgeen geoffreerd was. Niet meer maar ook niet minder. Van dwaling of bedrog kan dan ook geen sprake zijn en van een toerekenbare tekortkoming evenmin, aldus steeds [gedaagde] .
12. [gedaagde] heeft een tegenvordering ingediend. Deze luidt, na wijziging van eis, als volgt: [gedaagde] vordert veroordeling van [eiseres] tot betaling aan [gedaagde] van € 5.000,- in verband met inschrijving voor de avondopleiding, level 2, van [gedaagde] , met veroordeling van [eiseres] in de kosten van de procedure, de nakosten daaronder begrepen.
13. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat [eiseres] zich, met het ondertekenen van de offerte voor de (dag)opleiding level 1, tevens heeft gecommitteerd aan het volgen en betalen van de (avond)opleiding level 2. Immers heeft [eiseres] getekend voor de ontvangst van de algemene voorwaarden en tot die voorwaarden behoren eveneens de huishoudelijke reglementen. In het reglement, bedoeld onder 1.8, staat vermeld dat de kosten voor de opleiding level 1 en level 2 respectievelijk € 2.500,- en € 5.000,- bedragen. Met het ondertekenen van de offerte heeft [eiseres] zich verbonden om € 2.500,- en € 5.000,- te voldoen. Nu zij slechts € 2.500,- heeft voldaan is [eiseres] nog het bedrag van € 5.000,- verschuldigd.
14. [eiseres] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dit verweer zal, voor zover van belang, hierna worden besproken en beoordeeld.