Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 mei 2018 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Het stadsdeel acht het verder wenselijk om het uiterlijk aanzien van het nieuwe winkelgebied [locatie 2] te beschermen. Op grond van de APV kan het om deze reden eisen stellen aan de plaats en vorm van de inrichting van terrassen. In concreto betekent dit dat een aantal terrassen langs het water wordt gepositioneerd en niet aan de gevel. Dit heeft ook een positief effect voor de verkeersveiligheid. Voor de ondernemer is het voordeel dat de terrassen iets groter kunnen zijn, daar de ruimte aan de gevel beperkt is. Verder mogen er in [locatie 2] geen terrasschotten worden geplaatst.” De rechtbank overweegt dat verweerder met de [beleid] invulling heeft gegeven aan zijn beslissingsruimte. Hiertoe is hij, zoals in rechtsoverweging 5.2 is overwogen, ook bevoegd. Dat in het bestemmingsplan ruimte wordt gegeven aan terrassen, maakt het voorgaande niet anders. Voor zover eiser betoogt dat deze passage niet is opgenomen in de [beleid] die hij op internet kan vinden en dat deze passage daarom geen gelding heeft, is de rechtbank van oordeel dat deze grond niet slaagt. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder erkend dat op internet een foutieve versie van de [beleid] staat, echter de juiste is volgens de gemachtigde van verweerder te vinden via de website van de decentrale regelgeving van de overheid. Voorts acht de rechtbank van belang dat verweerder de juiste [beleid] bij de gedingstukken heeft gevoegd, zodat alle partijen de beschikking hebben over de correcte [beleid] .
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2018.