Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
de stichting Woningstichting Eigen Haard
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- conclusie van antwoord met producties;
- instructievonnis;
- conclusie van repliek met producties;
- conclusie van dupliek met producties;
- de akte waarin [eiser] op deze laatste producties heeft gereageerd.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
€ 92.000,-.
De commissie stelt vast dat het voor de onderhavige woonruimte niet zo is dat er geen WOZ-waarde bekend is, maar dat de WOZ-waarde niet juist is. De waarde van € 92.000,00 is gebaseerd op een woonruimte die niet meer bestaat. De woonruimte is bij de naastgelegen woonruimte getrokken, waardoor een twee maal zo grote woonruimte is ontstaan.
Vordering
Verweer
Beoordeling
“Punten voor de WOZ-waarde:
a. de aanwezige ‘laatst afgegeven’ WOZ-beschikkingen die verband houden met de betreffende woonruimte hebben betrekking op (een) andere zelfstandige woonruimte(n), namelijk nr. [huisnummer 1] en een gedeelte van [huisnummer 2] ;
b. bij die beschikkingen is geen rekening gehouden met verbeteringen en wijzigingen die vóór de aanvang van de huur zijn aangebracht.
indien de aard van de woonruimte daartoe aanleiding geeft’. Daarnaast zal afwijking van het waarderingssysteem gerechtvaardigd kunnen zijn indien en voor zover toepassing daarvan leidt tot een resultaat dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
In dat geval kan in een beschikking de WOZ-waarde van de zaak worden bepaald aan de hand van de staat waarin de woning (na voltooiing van de werkzaamheden) verkeert op 1 januari 2016 (de toestandpeildatum), herberekend naar de waarde van de woning in die staat op de waardepeildatum 1 januari 2015 (artikel 18 lid 3 Wet WOZ).
In dat geval kan de woning worden aangemerkt als een ‘
een gebouwd eigendom in aanbouw’ als bedoeld in artikel 17 lid 4 Wet WOZ. In de WOZ-beschikking wordt dan uitgegaan van de geobjectiveerde stichtingskosten. Bij de vaststelling in de WOZ-beschikking wordt rekening gehouden met het voortgangspercentage van de bouw op 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Echter, bij de woningwaardering in het kader van het huurprijzenrecht wordt niet vermenigvuldigd met een voortgangspercentage, maar wordt de WOZ-waarde op basis van de geobjectiveerde stichtingskosten (her)berekend als ware de woning voltooid (zie de toelichting behorende bij bijlage I, onder A onderdeel 9, voor het waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte). Op die wijze zal op grond van een WOZ-beschikking d.d. 1 januari 2016 in het kader van de woningwaardering tot een puntenaantal kunnen worden gekomen dat rekening houdt met wijzigingen aan het gehuurde die na 1 januari 2016 maar vóór de aanvang van de huur zijn voltooid.
een gedeelte van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt’, zodat de hier bedoelde omstandigheid niet in de weg hoeft te staan aan het verkrijgen van een WOZ-beschikking, althans woningwaardering, die recht doet aan de op 1 januari 2016 bestaande feitelijke staat van de woning.