ECLI:NL:RBAMS:2018:3624
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 februari 2018 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van Stichting Woonzorg Nederland tegen rechter mr. J.M. Bockwinkel. Het verzoek tot wraking werd ingediend naar aanleiding van een tussenvonnis dat op 29 november 2017 was gewezen. Verzoekster stelde dat de rechter bevooroordeeld was en dat haar onpartijdigheid in het geding was. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de feiten die tot het verzoek leidden al eerder bekend waren. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden van het verzoek voornamelijk inhoudelijke bezwaren betroffen tegen het tussenvonnis en dat deze niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter partijdig was. De wrakingskamer benadrukte dat een wrakingsverzoek niet kan dienen als een rechtsmiddel tegen onwelgevallige beslissingen van de rechter. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en werd bepaald dat de behandeling van de bodemprocedure voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het verzoek.