In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 9 maart 2018 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. T.S. Pieters, kantonrechter te Amsterdam. Het verzoek is ingediend door een verzoeker die meende dat de rechter tijdens de zitting van 2 februari 2018 het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was en alleen naar de gedaagde en diens advocaat had geluisterd, terwijl hij onvoldoende gelegenheid kreeg om zijn standpunt kenbaar te maken. De rechter had zijn pleitnota alleen in ontvangst genomen en niet voorgelezen, en bovendien had de rechter producties van de gedaagde aangenomen zonder deze met de verzoeker te delen.
De wrakingskamer heeft de procedure op 9 februari 2018 geschorst na de indiening van het wrakingsverzoek. Tijdens de behandeling van het verzoek op 23 februari 2018 heeft de rechter in een schriftelijke reactie aangegeven dat zij beide partijen uitgebreid aan het woord heeft gelaten en dat er geen sprake was van partijdigheid. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter regie heeft gevoerd over de zitting en dat de verzoeker de gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt te delen, maar dat hij ervoor heeft gekozen om geen gebruik te maken van de geboden kans om aan het einde van de zitting nog iets te zeggen.
De wrakingskamer concludeert dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter en dat het verzoek tot wraking daarom wordt afgewezen. De procedure met zaaknummer 6023379 CV EXPL 17-12434 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het wrakingsverzoek.