ECLI:NL:RBAMS:2018:3284
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in geweldsincident met onduidelijke toedracht
Op 15 mei 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak betreft een geweldsincident dat plaatsvond op 28 oktober 2017, waarbij de verdachte en twee andere personen, [persoon 1] en [persoon 2], betrokken waren. Tijdens de zitting op 1 mei 2018 zijn de standpunten van de officier van justitie, mr. C.J. Cnossen, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. B. Snoeij, besproken.
De tenlastelegging houdt in dat de verdachte met een scherp voorwerp in de arm van [persoon 1] heeft gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een woordenwisseling en een fysieke confrontatie heeft plaatsgevonden, maar de verklaringen van de betrokkenen zijn tegenstrijdig. De verdachte heeft verklaard dat hij door [persoon 1] werd aangevallen, terwijl [persoon 1] stelt dat de verdachte hem met een mes heeft gestoken. [persoon 2] heeft verschillende verklaringen afgelegd, maar zijn getuigenis biedt geen eenduidig beeld van de gebeurtenissen.
De rechtbank concludeert dat, hoewel er letsel is vastgesteld bij zowel de verdachte als [persoon 1], de tegenstrijdige verklaringen en het gebrek aan overtuigend bewijs ervoor zorgen dat niet kan worden vastgesteld wie welke handelingen heeft verricht. Daarom kan de rechtbank niet met zekerheid zeggen dat de verdachte het letsel aan de arm van [persoon 1] heeft toegebracht. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.