Het Havenbedrijf heeft in haar brief vermeld dat als gevolg van de ongeldigheid van het door de Combinatie ingediende referentieproject al haar inschrijvingen (vier varianten en één besteksconforme inschrijving) als ongeldig worden aangemerkt.
In de brief is verder meegedeeld dat HVO opnieuw voor gunning in aanmerking komt omdat zij met een geldige aanbieding de laagste prijs heeft geoffreerd.
In de brief staat voor zover van belang het volgende:
U heeft als referentieproject “de capaciteitsuitbreiding Havenkade Den Helder” ingediend. U geeft aan dat het een project/werk betreft dat uit meerdere delen/werken bestaat. Fase 1 respectievelijk fase 2 zijn in de periode juni 2006 tot juli 2008 respectievelijk juni 2006 tot december 2008 uitgevoerd en opgeleverd. Uit de door u verstrekte tevredenheidsverklaring van de gemeente Den Helder d.d. 3 maart 2009 blijkt dat:
“Het project Capaciteitsuitbreiding Havenkade Den Helder met contractnummer [contractnummer] is uitgevoerd en aanvaard in twee fasen, waarvan fase 1 op 1 augustus 2018 (2008, vzr) in gebruik is genomen en fase 2 volgens planning in december 2008 is opgeleverd.”Vanaf deze opleveringstermijn is de onderhoudstermijn van 25 jaar ook gaan lopen. Die eindigt in 2033.
Dit werk voldoet niet aan de eis dat het referentieproject
“opgeleverd is in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de uiterste termijn van ontvangst van de inschrijving”. Uit de door u overlegde stukken blijkt dat het werk (fase 1 en 2) in december 2008 is opgeleverd. Dat is ver buiten de referentietermijn van 5 jaar als omschreven in de Inschrijvingsleidraad.
In 2012, derhalve ruim 3 jaar na oplevering van bovengenoemd werk, heeft Port of Den Helder een opdracht verstrekt voor een aanvullende kade, de nieuwe Multipurpose kade (205 meter). Blijkend een andere tevredenheidsverklaring van Port of Den Helder d.d. 20 augustus 2015 is dit werk in de periode 6 februari 2012 tot 31 mei 2013 uitgevoerd. Wij gaan er voorshands vanuit dat dit werk op of kort na 31 mei 2013 is opgeleverd. Dit werk valt op zich wel binnen de referentieperiode van vijf jaar , maar voldoet niet aan de eis
“omvat een kademuur, bestaande uit een verankerde combiwand met betonnen deksloof en groutankers, met een minimale kerende hoogte van 10 meter en een minimale lengte van 250 meter”. De Multipurposekade is maar 205 meter lang. U stelt zich op het standpunt dat deze beide delen/werken tezamen als een referentieproject mogen worden beschouwd. Die visie kunnen wij niet delen.
Hoewel bij de aanbesteding van het werk in 2006 er kennelijk de mogelijkheid is voorbehouden voor de opdrachtgever om een aanvullend werk op te dragen, heeft dat niet tot gevolg dat er sprake is van één werk c.q. referentieproject, dat blijkbaar pas in 2013 is opgeleverd. Uit de door u overgelegde tevredenheidsverklaring d.d. 3 maart 2009 blijkt onmiskenbaar dat er in december 2008 een oplevering van fase 1 en 2 heeft plaatsgevonden. Dat er ruim 3 jaar later besloten wordt door de opdrachtgever om een aanvullende opdracht te geven, maakt niet dat daardoor de oplevering van het werk in 2008 zou zijn komen te vervallen en dat oplevering van het hele project pas in 2013 zou zijn geschied. Dat is feitelijk en juridisch niet juist. Uit de door u overgelegde stukken blijkt bovendien dat de onderhoudstermijn van het aanvullende werk ook eindigt in 2033. De onderhoudstermijn van 25 jaar die voor fase 1 en 2 (vanaf oplevering) geldt is dus voor het aanvullende werk verkort om beiden gelijk in 2033 te eindigen. Ook dat maakt helder dat er in 2008 wel degelijk is opgeleverd.
Kort en zakelijk weergegeven: een deel van het door u opgegeven referentieproject is te oud en het recente deel is te beperkt qua omvang. (..)