ECLI:NL:RBAMS:2018:3167

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 mei 2018
Publicatiedatum
8 mei 2018
Zaaknummer
6085834 CV EXPL 17-14183
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie en verwijdering van kwetsende uitlatingen over bestuurslid van jongerenorganisatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, bestuurslid van een jongerenorganisatie, en een gedaagde die onrechtmatige publicaties over de eiser heeft gedaan. De eiser vorderde dat de gedaagde de kwetsende teksten over hem zou verwijderen van zijn website en dat hij een schadevergoeding zou betalen. De gedaagde had op zijn website en via sociale media artikelen gepubliceerd waarin hij de eiser beschuldigde van steun aan de Holocaust en betrokkenheid bij een terroristische organisatie. De eiser stelde dat deze beschuldigingen onwaar en grievend waren, en dat zijn eer en goede naam hierdoor waren aangetast. De gedaagde voerde verweer en stelde dat de eiser onrechtmatig handelde door hem te beschuldigen van smaad en laster. De kantonrechter oordeelde dat de publicaties van de gedaagde onrechtmatig waren, omdat deze niet op waarheid berustten en de eiser zich actief inzette tegen antisemitisme. De rechter gelastte de gedaagde om de publicaties binnen 24 uur te verwijderen en veroordeelde hem tot betaling van een schadevergoeding van € 1.000,00 aan de eiser. De vorderingen van de gedaagde werden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6085834 CV EXPL 17-14183
vonnis van: 7 mei 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
nader te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
t e g e n

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
nader te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • de dagvaarding van 15 juni 2017, met producties;
  • een akte vermeerdering en wijziging van eis van [eiser] , met producties;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
  • het wrakingsverzoek van [gedaagde] ;
  • de beslissing van de wrakingskamer van 24 augustus 2017, waarbij het wrakingsverzoek als kennelijk ongegrond is afgewezen;
  • de rolmededeling van 2 oktober 2017, waarbij de zaak is verwezen naar de rol voor conclusie van repliek in conventie / antwoord in reconventie;
  • de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie, met producties;
  • het proces-verbaal van de mondelinge aanvulling op de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie van [eiser] ;
  • de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie, tevens houdende een wijziging eis in reconventie, met producties;
  • de conclusie van dupliek in reconventie, met producties;
  • de rolmededeling van 5 maart 2018, waarbij [gedaagde] in de gelegenheid is gesteld om op de laatste producties van [eiser] te reageren;
  • een akte uitlating producties van [gedaagde] ;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten in conventie en reconventie

1.1.
[eiser] is bestuurslid van de [naam organisatie] ), die ten doel heeft onder meer over de gruwelen van de Holocaust te onderwijzen en actie te nemen tegen hedendaags antisemitisme.
1.2.
[eiser] heeft zich publiekelijk uitgesproken tegen de Holocaust en was de afgelopen jaren organisator van verschillende herdenkingsbijeenkomsten met betrekking tot slachtoffers van de Holocaust.
1.3.
[gedaagde] heeft Joodse voorouders.
1.4.
Op 9 juni 2017 heeft [gedaagde] op zijn website [website] een artikel over [eiser] met een foto van hem gepubliceerd, inhoudende:
[eiser] steunt Holocaust
(…)
[eiser] is vice-voorzitter van [naam organisatie] . [eiser] studeert rechten. De grondlegger van Israël heeft zijn pamflet ‘der Judenstaat’ niet voor juristen geschreven, toch kan [eiser] het lezen op www.holocaustles.nl. Op die site leest [eiser] ook dat de Zionisten de grote initiators zijn van Hitler en de gaskamers en dat zij een volgende Holocaust voorbereiden die moet plaatsvinden in het Midden Oosten.
Rechtsgeleerdheid wat[eiser]studeert is een beroep wat gaat over feiten. Juristen houden van feiten. Bijvoorbeeld het feit dat [naam journalist] journalist is en held van [naam 1] en in 1897 zijn terroristische organisatie oprichtte met het oorlogsdoel de Endlösung, Holocaust en Exodus te laten plaatsvinden als voorbereiding op de kolonisatie van Palestina. Als jurist moet [eiser] ermee bekend zijn dat Joden deDrie Edenhandhaven waarin revisie van de Diaspora is verboden.
[eiser] staat op GeenStijl met zijn commentaar op [naam 2]die getwitterd heeft dat Zionisten terroristen in wording zijn. Zowel [eiser] als de vrienden van de Zionisten bij de Telegraaf Media Groep roepen meteen dat [naam 2] een Jodenhater is terwijl Jodendom en Zionisme haaks staan op elkaar en deTelegraaf al in 1922betrokken was bij de voorbereidingen op de Holocaust. Zionisme heeft niks te maken met Jodendom. Zionisten zijn zuiver antisemieten die de Nazi’s hebben besteld om deHolocaust uit te voeren.
[eiser] is als vice-voorzitter betrokken bij [naam organisatie] dus [eiser] is leider van de terroristische organisatie die de Holocaust heeft beraamd en laten plegen door de antisemitische bondgenoten ende finale Holocaust in het Midden Oostenhelpt voorbereiden. [eiser] is nog jong. Hij zal de dertig niet zijn gepasseerd. [eiser] heeft een hele toekomst voor zich die hij verpest door deel te blijven nemen aan het [naam organisatie] . Holocaust op mensen is strafbaar gesteld met levenslang.”
1.5.
[eiser] heeft [gedaagde] op 9 juni 2017 per twitterbericht verzocht de publicatie vóór 13.00 uur die dag van zijn website te verwijderen en dat als hij dat niet deed, een dagvaarding tegen hem zou laten uitbrengen.
1.6.
Daarop heeft [gedaagde] na enkele minuten gereageerd met de volgende twitterberichten:
“Wordt tijd aangifte te doen tegen [eiser] wegens steunen van de Holocaust en deelname aan terroristische organisatie”en
“Aangekondigde dagvaarding van [eiser] wordt met vertrouwen tegemoet gezien (…)…- hij kan beter zijn moeder neuken.”
1.7.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] een tweede artikel over [eiser] op zijn website geplaatst, met als kop:
“ [eiser] leider Jodenvervolging”.
1.8.
Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft [gedaagde] nog vele soortgelijke artikelen over [eiser] op zijn website geplaatst en soortgelijke berichten over [eiser] getwitterd.

Geschil

in conventie:
2. [eiser] vordert, na vermeerdering van eis, dat [gedaagde] bij, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, vonnis veroordeeld zal worden:
a. tot betaling van € 5.525,00, vermeerderd met de wettelijke rente;
b. om, binnen 24 uur na betekening van het vonnis, de artikelen op goedenieuws.nl en eventuele verwijzingen daarnaar op de twitteraccounts [account] / [account] / [account] en aan [gedaagde] toebehorende websites te verwijderen van internet en deze verwijderd te houden;
c. tot betaling van een dwangsom van € 1.625,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft om te voldoen aan dit vonnis;
d. tot betaling van de proceskosten;
3. [eiser] stelt hiertoe dat [gedaagde] onrechtmatig handelt door onwaarheden over hem te verspreiden, die bovendien zeer grievend zijn. De eer en de goede naam van [eiser] zijn hierdoor aangetast, waardoor hij immateriële schade lijdt. Bovendien maakt [gedaagde] inbreuk op zijn portretrecht door foto’s van hem te publiceren die [gedaagde] zonder toestemming van de persoonlijke sociale media-accounts en website van [eiser] heeft gekopieerd. Tot slot heeft [gedaagde] zijn volledige woonadres opgenomen in een van de publicaties, hetgeen volgens [eiser] ook een inbreuk is op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
3. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen zal hieronder voor zover van belang nader worden ingegaan.
in reconventie:
4. [gedaagde] vordert, na wijziging eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht te verklaren dat [eiser] onrechtmatig handelt jegens [gedaagde] omdat hij misbruik maakt van procesrecht en/of bedreigingen met
“dire consequences”en “organizations that will see to it that there are consequences” en/of terrorisme gerelateerd bedrog om [gedaagde] in het ongelijk te stellen en/of betrokken is bij de smaad en laster van het [naam organisatie] jegens [gedaagde] en/of daarvan profiteert en/of betrokken is bij de terroristische organisatie der Zionisten wat schuldig is aan de genocide op de Joodse leden van de familie van [gedaagde] in de Tweede Wereldoorlog en/of betrokken is bij het voortbouwend terrorisme der Zionisten en/of betrokken is bij de voorbereidingen der Zionisten op de volgende wereldoorlog en/of Holocaust op de Joden naar voorbeeld van de grote morele voorbeelden der Zionisten ( [naam journalist] en [naam 3] ) en/of ter complete realisatie van hun idealen;
b. [eiser] op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per dag of gedeelte van de dag dat hij in gebreke is, te veroordelen tot het staken en gestaakt houden van zijn onrechtmatige gedragingen jegens [gedaagde] ;
c. [eiser] te veroordelen tot betaling van € 12.500,- aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente;
d. [eiser] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
5. [gedaagde] stelt hiertoe, kort gezegd, dat [eiser] het procesrecht misbruikt om onder meer de waarheid over de Zionistische grondslag en zijn betrokkenheid bij een terroristische organisatie te verhelen. [gedaagde] heeft hierdoor immateriële schade geleden en [eiser] is hiervoor aansprakelijk, aldus [gedaagde] .
6. [eiser] heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen zal hieronder, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

Beoordeling

in conventie en in reconventie:
7. Gelet op de nauwe samenhang van de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze hieronder gezamenlijk worden behandeld.
8.
De publicaties van [gedaagde] zijn, zoals [eiser] stelt, onrechtmatig. [gedaagde] heeft weliswaar in omvangrijke stukken uiteengezet waarom en op welke manier, volgens hem, Zionisten hebben bijgedragen aan de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog, maar heeft verzuimd enig bewijs te leveren dat [eiser] , voor zover de theorie van [gedaagde] al waar zou zijn, daaraan heeft bijgedragen. Het enkele feit dat [eiser] bestuurslid is van de [naam organisatie] is daarvoor in ieder geval onvoldoende. Nu de Tweede Wereldoorlog vóór de geboorte van [eiser] was, is het bovendien ongeloofwaardig dat [eiser] hieraan heeft bijgedragen. Ook heeft [gedaagde] nagelaten enige aanwijzing te overleggen dat [eiser] zich thans bezig zou houden met het beramen van misdrijven tegen Joden. Sterker, uit de feiten blijkt juist dat [eiser] zich actief bezig houdt met het voorkomen van antisemitisme. De publicaties zijn derhalve niet in het minste geënt op de waarheid.
9. Hoewel [eiser] als bestuurslid van de [naam organisatie] zich een en ander wellicht eerder zal moeten laten welgevallen, zijn de aantijgingen in de publicaties van [gedaagde] zo absurd en grievend, juist voor iemand die zich publiekelijk inzet tegen antisemitisme, dat het recht op bescherming van de eer, de goede naam en de persoonlijke levenssfeer van [eiser] vóór gaat op de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] . Daarbij geldt dat [gedaagde] weet dat hij mensen niet mag beschuldigen op basis van zijn theorie, aangezien hij hiervoor al meerdere keren is veroordeeld.
10. [gedaagde] zal dan ook worden veroordeeld alle door hem gepubliceerde artikelen met betrekking tot [eiser] te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom van € 1.625,00 per dag, met een maximum van € 1.000.000,00.
11. [eiser] heeft voldoende gesteld dat hij door de vele publicaties schade lijdt, niet in de laatste plaats doordat de publicaties op internet bij het zoeken op zijn naam als eerste zichtbaar worden en moeilijk zijn te verwijderen. Nu [eiser] zich juist inzet tegen antisemitisme en [gedaagde] niet alleen zijn naam, maar ook zijn studierichting, portretfoto en woonadres heeft gepubliceerd, wordt de immateriële schade van [eiser] dan ook begroot op € 1.000,00.
12. Gelet op het bovenstaande, worden de vordering van [eiser] toegewezen en de vorderingen van [gedaagde] afgewezen.
13. Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten in conventie en in reconventie, met dien verstande dat de proceskosten in reconventie, nu [eiser] in persoon procedeert, worden begroot op nihil.

BESLISSING

De kantonrechter:
in conventie:
gelast [gedaagde] publicaties met betrekking tot [eiser] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te verwijderen en verwijderd te houden van zijn websites en twitteraccount op straffe van een dwangsom van € 1.625,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 1.000.000,00;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
exploot € 99,21
griffierecht € 78,00
-----------------
totaal € 177,21
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding aan de zijde van [eiser] gevallen, tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.